De grote aandacht voor corporate govenance heeft geresulteerd in veel regels die wel eens averechts kunnen gaan werken. Dit geldt met name voor niet-beursgenoteerde bedrijven.
Dat stelt professor mr. dr. Erik Vermeulen e.p.m.vermeulen@uvt.nl in zijn oratie op 3 februari 2006 aan de universiteit van Tilburg. Hij betwist geenszins het belang van een meer gestructureerd beleid van wetgevers en beleidsmakers. Corporate governance discussies werden reeds gevoerd ten tijde van de Vereenigde Oostindische Compagnie en de recente boekhoudschandalen bewijzen dat een grotere controle op het management wenselijk en noodzakelijk is en blijft. Maar de huidige ontwikkelingen lijken te ver te gaan. Er is sprake van grote hoeveelheden dwingende regels en aanbevelingen die vooral op maat zijn gesneden van beursgenoteerde bedrijven.
Steeds vaker rijst de vraag hoe de vele niet-beursgenoteerde ondernemingen hiermee moeten omgaan. Deze grote en gevarieerde groep van bedrijven is van groot belang voor de werkgelegenheid en de economische groei van een land. Daarom is de tijd rijp om meer alternatieven te ontwikkelen voor de inrichting en structuur van deze ondernemingen, concludeert de deeltijdhoogleraar in zijn oratie getiteld “Making Sense of Corporate Governance: The Case of Non-Listed Companies”.
In België is vorig jaar de Code Buysse geintroduceerd met aanbevelingen voor niet-beursgenoteerde ondernemingen. En ook de European Venture Capital Association heeft richtlijnen uitgevaardigd die snelgroeiende ondernemingen moeten helpen bij de inrichting van hun bedrijf. Deze richtlijnen zijn een verzameling van aanbevelingen en beginselen die in de praktijk reeds worden gebruikt door succesvolle bedrijven. Vermeulen vindt dat er veel te zeggen is voor deze aanpak. Niet-beursgenoteerde ondernemingen zijn niet altijd in staat zelf de optimale vennootschapsrechtelijke en contractuele bepalingen te kiezen. Zij hechten terecht vaak meer waarde aan het ondernemen zelf, waarbij juridisch advies met tegenzin wordt ingeroepen.
Een enkele serie van richtlijnen kan echter onmogelijk voor elk niet-beursgenoteerde ondernemingen geschikt zijn. Het naast elkaar bestaan van diverse richtlijnen is daarom toe te juichen en zal de ‘regelgevende instanties’ dwingen hun aanbevelingen up-to-date te houden. Maar voordat meer van dergelijke initiatieven genomen worden, wil Vermeulen het effect van het Belgische en Europese initiatief onderzoeken.
Seminar
hier. De oratie kunt u per mail opvragen.