Werkgevers mogen wettelijk verplichte vakantiedagen die aan het eind van het jaar overblijven, niet afkopen. Werknemers moeten die later alsnog opnemen. Dit geldt althans voor het wettelijk minimum aan vakantiedagen.
Dat heeft het Europees Hof op 6 april bepaald. In de Europese regels is vastgelegd dat werknemers recht hebben op vier weken betaalde vakantie. Dat is volgens het Hof ‘een belangrijk beginsel van communautair sociaal recht’. Als werkgevers de dagen mogen afkopen, vormt dat een prikkel ‘om afstand te doen van vakantierust’. Dat is in strijd met het doel van de Europese wet, vindt het Hof. Slechts bij beëindiging van het dienstverband mogen de overgebleven snipperdagen worden uitbetaald.
De uitspraak geldt alleen voor het wettelijk minimum aan vakantiedagen. Bij een vijfdaagse werkweek zijn dat er twintig. Veel bedrijven kennen cao’s met een langere vakantieperiode. Over die extra dagen heeft het Hof zich niet uitgesproken. Met de bovenwettelijke dagen mogen mensen doen wat ze willen.
De uitspraak betekent een overwinning voor de FNV. De vakcentrale had geklaagd over een foldertje van het ministerie van Sociale Zaken waarin werkgevers het advies kregen om overschotten aan verlofdagen af te kopen.