Autoleaseregelingen bevatten doorgaans ook clausules voor het rijden in een duurdere auto van de zaak dan de ‘normauto’ die past bij de functie van de betreffende werknemer. De werknemer betaalt dan de werkgever bijvoorbeeld maandelijks een ‘bovennormbijdrage’. Als een werknemer vervolgens op eigen initiatief het leasecontract beëindigt, is hij voor de resterende looptijd van het leasecontract de bovennormbijdrage verschuldigd in de vorm van een afkoopsom.
Bij het beëindigen van het dienstverband wordt in de praktijk op verschillende manieren met de afkoopsom omgegaan. Werkgever en werknemer kunnen onder meer uitdrukkelijk overeenkomen dat de werknemer de afkoopsom toch niet hoeft te betalen of dat de werkgever de afkoopsom kwijtscheldt of dat de werkgever van verhaal van de afkoopsom afziet. De fiscale gevolgen van kwijtschelding en afzien van verhaal zijn in de regel dezelfde.
In bijzondere omstandigheden kan dit anders zijn. Het voordeel dat de werknemer hierdoor krijgt, kwalificeert in beginsel als loon. Dit is anders als de ex-werkgever aannemelijk kan maken dat hij de afkoopsomvordering heeft kwijtgescholden in zijn hoedanigheid als crediteur en niet in zijn hoedanigheid als werkgever.
Rechtbank Haarlem heeft onlangs in een feitelijke procedure uitspraak gedaan over de fiscale kwalificatie van de ‘afkoopsom bovennormbijdrage’ die een werkgever in 2004 en 2005 had kwijtgescholden of niet had verhaald nadat een aantal werknemers vrijwillig uit dienst was getreden. De inspecteur had zich op het standpunt gesteld dat sprake was van loon en had de werkgever hiervoor een naheffingsaanslag loonbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd.
Verweren
De werkgever voerde diverse verweren tegen de naheffingsaanslag. Zo zou de kwijtschelding zijn te beschouwen als een (reguliere) wijziging van de arbeidsovereenkomst voorafgaande aan de beëindiging van het dienstverband. De rechtbank wees dit argument af omdat de werkgever hiervoor geen enkel schriftelijk stuk als onderbouwing had overgelegd.
De rechtbank zag de kwijtschelding eerder als een afspraak in het kader van beëindiging van de arbeidsovereenkomst. De werkgever verkrijgt daarbij een vordering op de werknemer die hij tegelijkertijd kwijtscheldt. De kwijtschelding vindt hierbij zijn oorzaak in de dienstbetrekking. De werknemer geniet daarbij loon dat hij in beginsel geniet op het moment van kwijtschelding.
De werkgever stelde vervolgens dat de kwijtgescholden afkoopsom geen loon zou vormen omdat als de werkgever de werknemers aan hun terugbetalingsverplichting had gehouden, sprake zou zijn van negatief loon. Ook met dit standpunt was de rechtbank het niet eens. De bovennormbijdrage vindt namelijk zijn oorzaak in privéoverwegingen: het in privé in een duurdere auto willen rijden. De verschuldigde afkoopsom kwalificeert daardoor als een privéschuld en een kwijtschelding van een privéschuld kan geen negatief loon vormen.
Binnen de dienstbetrekking</strong>
De rechtbank was ten slotte van oordeel dat de kwijtschelding van de afkoopsom wel binnen de dienstbetrekking had plaatsgevonden. De werkgever had niet aannemelijk weten te maken dat de werkgever had kwijtgescholden in zijn hoedanigheid van crediteur.
De rechtbank vond het eerder aannemelijk dat de werkgever had kwijtgescholden in zijn hoedanigheid in het kader van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Wat betreft het afzien van verhaal, was de rechtbank van oordeel dat dit in feite hetzelfde is als kwijtschelding. De niet-verhaalde afkoopsommen merkte de reachtbank aan als belastbaar loon uit (vroegere) dienstbetrekking. De rechtbank verklaarde daarop het beroep ongegrond.
Bron: PwC
Kijk HIER voor de volledige uitspraak van Rechtbank Haarlem