De regels voor de omzetbelasting gelden alleen voor ondernemers. Wanneer iemand als ondernemer wordt beschouwd lijkt duidelijk, maar in de praktijk blijkt dat de scheidslijn soms moeilijk is aan te brengen. Zo stelt de Belastingdienst voor de btw andere voorwaarden aan het ondernemerschap dan bij de inkomstenbelasting. Een overzicht van de voorwaarden voor de btw.
De btw is een belasting die tot doel heeft alle consumptieve uitgaven te belasten. De btw-heffing wordt geïnd bij degene die de goederen levert, de ondernemer, en dus niet bij de consument.
Begrip ondernemer
Het begrip ondernemer voor de btw moet zo ruim mogelijk worden uitgelegd om alle consumptieve uitgaven te treffen. Het omvat meer dan de personen die volgens het spraakgebruik (of volgens de winstbelastingen) als ondernemer kwalificeren. Personen zonder winstoogmerk en verenigingen die tegen een vastgestelde contributie diensten verrichten aan hun leden kwalificeren bijvoorbeeld ook als ondernemer voor de btw.
Samengevat: Een ondernemer is een ieder die zelfstandig economische activiteiten verricht, ongeacht het oogmerk of het resultaat van die activiteit. Onder het begrip ‘een ieder’ vallen niet alleen natuurlijke personen en rechtspersonen (bijvoorbeeld een eenmanszaak, bv of nv). Ook maatschappen, vennootschappen onder firma, verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid vallen hieronder. De hoofdregel is dat elk samenwerkingsverband dat in het maatschappelijk verkeer als eenheid optreedt, voor de btw ondernemer kan zijn. De eis van zelfstandigheid is opgenomen om personen die in loondienst werkzaam zijn, uit te sluiten.
- Let op: Ook een bv in oprichting kan btw-ondernemer zijn. De bv krijgt dan een ander btw-nummer als de bv definitief wordt. De bv in oprichting kan zelfs de kleine ondernemingsregeling toepassen.
Het tijdstip waarop het btw-ondernemerschap begint is belangrijk. Niet alleen voor het moment waarop de btw moet worden betaald, maar bovenal voor de aftrekbaarheid daarvan. Het btw-ondernemerschap begint bij het doen van de eerste investeringshandelingen voor de te starten onderneming. Te denken valt aan de inkoop van de voorraden en het aanschaffen van de inventaris. De btw die de btw-ondernemer hierop in rekening is brengt, mag hij in aftrek brengen.
Deelname economisch verkeer
Het verrichten van prestaties tegen een vergoeding wordt in beginsel gezien als het verrichten van economische activiteiten, ongeacht het oogmerk of resultaat. Er is geen sprake van economische activiteiten als sprake is van een symbolische vergoeding (zodat in wezen sprake is van vrijgevigheid). Om vast te stellen of sprake is van vrijgevigheid, kan worden gekeken welke vergoeding voor soortgelijke prestaties in het maatschappelijk verkeer wordt berekend. Ofwel: wat is een gebruikelijke prijs in de markt? Overigens heeft het hof bepaald dat iemand die uitsluitend gratis prestaties verricht, niet deelneemt aan het economisch verkeer en dus geen ondernemer is. Er is geen sprake van ondernemerschap voor de btw en dus geen recht op btw-aftrek.
- Let op! Het is geen criterium dat een vergoeding niet kostendekkend is.
Het criterium of sprake is van deelname aan het economisch verkeer is belangrijk voor het bepalen of sprake is van ondernemerschap. Zo kan onderscheid worden gemaakt tussen een hobbyist en een echte ondernemer. Het uitgangspunt voor ondernemerschap is de aanwezigheid van economische activiteiten. Het behalen van slechte resultaten is dus geen belemmering.
- Let op! Als er maar één opdrachtgever is en geen ondernemersrisico wordt gelopen voor het (zelfstandig en voor eigen risico) verwerven van opdrachten, is er géén sprake van btw-ondernemerschap.
- Let op! Er is sneller sprake van ondernemerschap voor de btw dan voor de inkomstenbelasting of vermogensbelasting het geval is. Dit komt omdat de btw een ruim ondernemersbegrip kent. Een btw-ondernemer kan er dus niet van uitgaan dat hij ook ondernemer is voor de inkomstenbelasting.
Exploitatie van vermogensbestanddelen
Tot de economische activiteiten van een ondernemer behoort ook de exploitatie van een vermogensbestanddeel met als doel daar duurzaam opbrengst uit te verkrijgen. Bijvoorbeeld:
- verhuur van roerende en onroerende zaken;
- verlenen van licentie- en auteursrechten;
- het vestigen van een recht van erfpacht of opstal op een onroerende zaak.
Het enkel in stand houden van een bepaald vermogensobject wordt niet gezien als btw-ondernemerschap. Ook niet als hier een leuk rendement mee wordt gehaald. Het ter beschikking stellen van bijvoorbeeld kapitaal wordt als economische activiteit aangemerkt als het kapitaal duurzame opbrengsten genereert in de vorm van interesten. Het mag niet beperkt zijn tot het beheer van investeringen op dezelfde wijze als een particulier investeerder. Het enkel aanhouden van aandelen door een holding wordt daarom ook niet als economische activiteit aangemerkt.
In feite doet de holding niets anders dan een particulier, die een aantal aandelen bezit en daarvoor dividend ontvangt. Het bedrijfsmatig en met commercieel oogmerk ter beschikking stellen van gelden in de vorm van deposito’s behoort wel tot het btw-ondernemerschap. De te ontvangen rente is de vergoeding voor deze terbeschikkingstelling.
<br />
- Let op! Het verkrijgen van opbrengst is voldoende om aangemerkt te worden als btw-ondernemer. Het is niet nodig dat de ondernemer winst beoogt of wil behalen. Wél is het nodig dat de exploitatie een economische activiteit vormt.
Als is vastgesteld dat een ondernemer prestaties in Nederland verricht, moet worden bepaald of en hoeveel btw hij moet heffen. Het kan zijn dat een vrijstelling van toepassing is. Is geen vrijstelling van toepassing, dan kan het btw-tarief (nul, zes of negentien procent) worden bepaald.
*
Auteur: mr. C. van Vilsteren
*
Dit artikel is afkomstig uit F&A Actueel