
Vorige maand startte de internetconsultatie van twee opvallende initiatiefwetsvoorstellen, respectievelijk aangeduid als de Wet eerlijk beslissen en de Wet eerlijk delen. Beide wetsvoorstellen zijn opgesteld door een van de leden van de Tweede Kamerfractie van de SP. Alhoewel betwijfeld mag worden of voor deze wetsvoorstellen voldoende steun zal zijn in het parlement, vormen ze opvallende manifestaties van de maatschappelijke trend om de invloed van aandeelhouders op bedrijven terug te dringen. Daarom in deze bijdrage een beknopte reflectie.
‘De vaststelling van wetten geschiedt door de regering en de Staten-Generaal gezamenlijk.’ Omdat het zo in de Grondwet staat, worden regering en parlement in het Nederlandse staatsbestel samen aangeduid als de wetgever. Bij de meeste wetsvoorstellen gebeurt dat op initiatief van de regering, maar sommige worden geïnitieerd door Tweede Kamerleden. Dergelijke wetsvoorstellen worden initiatiefwetsvoorstellen genoemd.
Het is niet moeilijk om de politieke signatuur te onderkennen van de indiener van de voorstellen voor de Wet eerlijk beslissen en de Wet eerlijk delen. In de memories van toelichting wordt benadrukt dat het doel van beide wetsvoorstellen is om de economie in Nederland ‘eerlijker te laten functioneren en het tijdperk van het doorgeschoten aandeelhouderskapitalisme te beëindigen’.
Instemmingsrecht
Het voorstel voor de Wet eerlijk beslissen beoogt dit te bereiken door bij belangrijke besluiten binnen een onderneming waarin in de regel ten minste honderd werknemers werkzaam zijn (waaronder besluiten tot oprichting of sluiting van bedrijfsonderdelen, aan- of verkoop van bedrijfsonderdelen en verhoging van beloning van bestuurders en commissarissen) instemmingsrecht te geven aan de ondernemingsraad. Daarmee wordt de invloed van de ondernemingsraad duidelijk groter, aangezien bij de meeste van de bedoelde belangrijke besluiten de ondernemingsraad nu alleen adviesrecht heeft.
Zeggenschap en recht op dividend
Het voorstel voor de Wet eerlijk delen houdt in dat een nv of een bv die een onderneming in stand houdt waarin ten minste honderd personen werkzaam zijn, op verzoek van de ondernemingsraad een stichting administratiekantoor (STAK) opricht die door de leden van de ondernemingsraad wordt bestuurd, en vervolgens jaarlijks een zodanig aantal aandelen aan die STAK uitgeeft als gelijk staat aan 1 procent van de door de vennootschap uitgegeven aandelen. Deze jaarlijkse uitgifte geschiedt totdat de STAK een belang van 10 procent heeft opgebouwd. De STAK geeft certificaten van aandelen uit aan de werknemers, naar rato van het aantal door hen gewerkte uren in het aan de uitgifte voorafgaande kalenderjaar. Op deze manier krijgen de werknemers, via de door de ondernemingsraad bestuurde STAK, zeggenschap in de aandeelhoudersvergadering en recht op dividend als de vennootschap – mede door hun arbeid – winst heeft gemaakt.
Niet nieuw
Of deze wetsvoorstellen het Staatsblad gaan halen, valt te betwijfelen. Niet alleen zullen ze onder vuur genomen worden door Kamerleden van andere politieke kleur, ook technisch lijken de voorstellen nog lang niet voldragen. Voor de hand liggende vragen zijn bijvoorbeeld of werkelijk bedoeld is dat de STAK ‘gratis’ aandelen ontvangt, waarop geen storting hoeft plaats te vinden, wie de loon- of inkomstenbelasting over de toebedeling betaalt en hoe de personeelsleden die de certificaten van aandelen houden, daarover ieder jaar inkomstenbelasting in box 3 moeten betalen als de vennootschap geen dividend uitkeert. Al dit soort vragen en aandachtspunten zullen ongetwijfeld op tafel komen.
Participatie van werknemers in het aandelenkapitaal van hun werkgever is trouwens niets nieuws. Bij veel bedrijven waarvan participatiemaatschappijen aandeelhouder zijn, gebeurt dit al decennia, vaak ook met gebruik van een STAK. Het is misschien verstandiger om te bekijken hoe die praktijk verder kan worden versterkt, dan om het wiel opnieuw uit te vinden. En daarbij is er wel een cruciaal verschil: wie een aandeel verwerft, zal de waarde in het economisch verkeer moeten betalen. Gratis aandelen bestaan niet.
Auteur: mr. H.L. (Herman) Kaemingk
Dit artikel is verschenen in F&A Actueel 2020, afl. 10.
Geef een reactie