
Minister-President Mark Rutte kondigde in zijn toespraak aan dat het loket voor NOW 3.0-aanvragen per dinsdag opnieuw wordt geopend. Nederland gaat gedurende vijf weken in lockdown, waardoor meer bedrijven van deze subsidie gebruik moeten kunnen maken. Het loket was aanvankelijk open tot en met zondag 13 december, dat wordt nu 27 december.
Vanwege eerdere maatregelen werd de Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor werkbehoud (NOW) aan het eind van de zomer met drie tijdvakken van drie maanden verlengd, beginnend met 1 oktober. Van 90 procent van de vergoedingen in de eerste tranche wordt 10 procent ingezet voor scholing en voor van-werk-naar-werk-trajecten. Hierdoor krijgen bedrijven in het eerste tijdvak van drie maanden een tegemoetkoming van 80 procent. Aanvragen kunnen opnieuw worden ingediend bij het UWV vanaf 15 december en is open tot en met 27 december.
NOW 3.0 anders dan vorige periodes
Het kabinet heeft met sociale partners intensief gesproken over de vormgeving van de NOW. De uitkomst van dit gesprek is dat de minimale omzetdaling die bedrijven moeten hebben om recht te hebben op de NOW, in het eerste tijdvak 20 procent blijft en daarmee gelijk aan de NOW 2. Na overleg met sociale partners heeft het kabinet er ook voor gekozen om een beperkt deel van de NOW te benutten voor scholing en van-werk-naar-werk-trajecten. Van het vergoedingspercentage van 90 procent in de eerste tranche wordt 10 procent ingezet om daar ruimte voor te creëren.
Het vergoedingspercentage dat rechtstreeks naar bedrijven gaat, wordt hierdoor 80 procent. Kabinet en sociale partners willen met deze afspraak zo veel mogelijk voorkomen dat mensen een beroep moeten doen op de sociale zekerheid als het voor een bedrijf nodig blijkt om mensen te laten gaan. Het vinden van andere baan gaat immers het makkelijkst als er nog een baan is. Het kabinet wil sociale partners daarbij faciliteren, onder andere door geld beschikbaar te stellen voor de overgang van werk naar werk.
De steun dient twee doelen. Ten eerste biedt het bedrijven die ondersteuning nodig hebben om de crisis te overbruggen, de helpende hand. Zo blijft werkgelegenheid zo veel mogelijk behouden. Ten tweede biedt de steun aan bedrijven de mogelijkheid om zich samen met de werknemers voor te bereiden op de nieuwe economische situatie: niet álle werkgelegenheid kan worden behouden. Het budgettair beslag van de NOW bedraagt 5,4 miljard euro voor 9 maanden (2,2 miljard in 2020 en 3,2 miljard in 2021).
Lees ook: Steun- en herstelpakket: NOW, TOZO en TVL met 9 maanden verlengd
Eerder deze maand kondigde het kabinet wijzigingen aan om de steun mee te laten groeien met het omzetverlies. Voor de NOW verandert er weinig. De voorschotten op de loonsom wordt voor alle drie de tranches vastgesteld op basis van de loonsom van juni 2020. Er is gekozen voor één referentiemaand voor de drie perioden van vóór de aankondiging om misbruik te voorkomen.
Aanpassen bedrijfsvoering
Naarmate de crisis langer duurt, moeten bedrijven die langdurig omzetverlies lijden, ook hun bedrijfsvoering kunnen aanpassen. Naast de middelen voor de overgang naar werk, biedt het kabinet werkgevers daarom in de NOW 3 vanaf het eerste tijdvak (oktober) de ruimte een gedeelte van de loonsom te laten dalen zonder dat dit tot uiting komt in een verlaging van de subsidie bij de vaststelling.
Het vrijstellingspercentage voor de loonsom loopt op van 10 procent in het eerste tijdvak, naar 15 procent in het tweede tijdvak tot 20 procent in het derde tijdvak. De werkgever kan in overleg met de werknemers(vertegenwoordiging) bepalen of en hoe hij de loonsom wil laten dalen. Dat kan via bijvoorbeeld natuurlijk verloop, ontslag of een vrijwillig loonoffer. In het laatste geval blijft onverminderd gelden dat arbeidsvoorwaarden niet eenzijdig door de werkgever kunnen worden aangepast. De korting die in de NOW wordt toegepast op het moment dat er sprake is van bedrijfseconomisch ontslag wordt losgelaten.
Het maximaal te vergoeden loon per werknemer zal in de eerste twee tijdvakken gelijk zijn aan de NOW 1 en 2, namelijk maximaal twee maal het dagloon, wat neerkomt op 9.538 euro per maand. In het derde tijdvak zal dit worden verlaagd naar maximaal één keer het dagloon. Daarmee komt het laatste tijdvak van de NOW 3 meer in lijn te liggen met de reguliere sociale zekerheid.
Niet meer dat 100 procent (in de NOW 2, 150% in de NOW 1) van het loon van de werknemer die wordt ontslagen om bedrijfseconomische redenen wordt voor voor de gehele subsidieperiode in mindering gebracht op de subsidie. Dit betekent dat in de NOW 3.0 de werkgever subsidie ontvangt over de loonkosten die hij tijdens de subsidieperiode heeft zolang een werknemer in die periode daadwerkelijk in dienst is. Belangrijk is dat de reguliere ontslagbescherming uiteraard van toepassing blijft.
Verduidelijking: wat is omzet onder NOW?
Voor het omzetbegrip wordt gekeken naar wat er voor de winst- en verliesrekening als netto-omzet wordt gezien en naar alle baten die voortkomen uit de uitvoering van normale activiteiten van een organisatie, ook als deze gewoonlijk met een andere term dan omzet worden aangeduid. Dat betekent dat een kunstgalerie die bijvoorbeeld jaarlijks subsidie ontvangt om een expositie te kunnen verzorgen, deze subsidie als omzet moet zien. Het hoort namelijk tot de reguliere activiteiten van een galerie om exposities te verzorgen. Alle inkomsten die daarmee te maken hebben, worden gezien als omzet. De groenteboer die een eenmalige subsidie ontvangt om zijn koeling te verduurzamen, zal deze subsidie niet als omzet zien. De reguliere activiteit van een groenteboer is winst maken door groente te verkopen, en niet het bevorderen van duurzaamheid of het bouwen van koelingen.
Corona-gerelateerde subsidies zijn een aparte categorie inkomsten. Voor vijf corona-gerelateerde subsidies, namelijk de TVL, TOGS, Regeling continuïteitsbijdrage zorg, beschikbaarheidsvergoeding OV-bedrijven en Tegemoetkoming sierteelt en voedingstuinbouw tellen mee als omzet voor de NOW. Deze subsidies worden als omzet gezien voor de NOW omdat dit anders tot dubbelfinanciering vanuit het Rijk kan leiden. Ook de eventuele tegemoetkoming die werkgevers ontvangen als zij werknemers uitlenen in het kader van crisisbanen wordt voor de NOW als omzet gezien.
Lees ook: Dit zijn de valkuilen bij de definitieve berekening van NOW 1
Inspanningsverplichting tot scholing
De inspanningsverplichting gericht op scholing en het verbod op het uitkeren van dividend en bonusuitkeringen blijven in de NOW-systematiek bestaan. De vaste (forfaitaire) opslag voor de werkgeverslasten, zoals vakantiegeld en pensioenpremies, blijft 40 procent. Net als in de NOW 1 en 2 ontvangt een werkgever na de aanvraag een voorschot van 80 procent van het subsidiebedrag en bij de vaststelling de overige 20 procent.
Sanctie
Er kan een sanctie worden opgelegd aan werkgevers die aantoonbaar niet voldoen aan de inspanningsplicht om werknemers te begeleiden naar nieuw werk. Dat komt neer op een korting van 5 procent op het subsidiebedrag. Deze korting wordt toegepast als de werkgever geen contact heeft gezocht met UWV in het kader van begeleiding van werk naar werk, terwijl hij wel bedrijfseconomisch ontslag voor een werknemer aanvraagt.
Aanvragen t/m 27 december
Tot en met 27 december kunnen aanvragen in de derde tranche worden ingediend. Voor de vierde tranche wordt dat 15 februari tot en met 14 maart 2021 en voor het vijfde tranche 17 mei tot en met 13 juni 2021.
Aanvraagtijdvakken en referentiemaand
Concreet komen per tranche in aanmerking voor subsidie:
- derde tranche: een werkgever die gedurende een aaneengesloten periode van drie kalendermaanden in de periode van 1 oktober 2020 tot en met 28 februari 2021 verwacht te worden geconfronteerd met een daling van de omzet van minimaal 20 procent. De subsidie wordt verleend per loonheffingennummer over de loonsom in de periode van 1 oktober 2020 tot en met 31 december 2020;
- vierde tranche: een werkgever die gedurende een aaneengesloten periode van drie kalendermaanden in de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 mei 2021 verwacht te worden geconfronteerd met een daling van de omzet van minimaal 30 procent. De subsidie wordt verleend per loonheffingennummer over de loonsom in de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 maart 2021;
- vijfde tranche: een werkgever die gedurende een aaneengesloten periode van drie kalendermaanden in de periode van 1 april 2021 tot en met 31 augustus 2021 verwacht te worden geconfronteerd met een daling van de omzet van minimaal 30 procent. De subsidie wordt verleend per loonheffingennummer over de loonsom in de periode van 1 april 2021 tot en met 30 juni 2021.
De subsidie wordt in beginsel gebaseerd op de loonsom van juni 2020 en bedraagt per maand maximaal respectievelijk 80 procent (derde tranche), 70 procent (vierde tranche) of 60 procent (vijfde tranche) van de loonsom over juni 2020 (bij betaling per vier weken is dit het zevende aangiftetijdvak van 2020, verhoogd met 8,33 procent). De maximale percentages van de totale loonsom zullen worden uitbetaald bij een omzetdaling van 100 procent. Is de omzetdaling lager, dan zal de subsidie evenredig lager worden vastgesteld.
Misbruikrisico
Net als bij de NOW 1 en 2 zijn er bij de NOW 3 risico’s op misbruik en oneigenlijk gebruik. Voor een spoedige betaling vindt controle op het omzetverlies en op de loonsom achteraf bij de vaststelling plaats. Dit kan dus pas op dat moment tot de conclusie leiden dat een te hoog bedrag is uitgekeerd en gedeeltelijk teruggevorderd moet worden. Voor zover mogelijk worden deze en andere risico’s geadresseerd met beheersmaatregelen, maar het is realistisch te verwachten dat niet elk risico compleet afgedicht zal worden en dat restrisico’s moeten worden geaccepteerd. SZW en UWV werken samen om zicht te houden op de uitvoering van de NOW en de daarbij behorende risico’s op misbruik en oneigenlijk gebruik.
De Algemene Rekenkamer meldde eind september in een rapport dat een gebrek aan controle vooraf niet alleen leidt tot hoger misbruikrisico, maar ook tot terugvorderingsproblematiek waardoor welwillende bedrijven in de knel raken. Ondanks dat houdt de NOW 3.0 vooralsnog vast aan het systeem van eerst toekennen en later pas controleren. Wel concludeerde de Rekenkamer dat SZW en UWV de M&O-risico’s in beeld hebben en dat de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van de regeling helder zijn onderbouwd. Het ministerie belooft misbruik op de voet te zullen blijven volgen. Tot nu toe zijn er 900 meldingen van misbruik binnengekomen en zijn er 40 strafrechtelijke onderzoeken gestart naar mogelijke manipulatie van de loonsom en andere fraude.
Dit artikel is gepubliceerd op 28 augustus 2020 en geactualiseerd op 15 december.