
Dat gemeenten worstelen met hun financiën is niet eens vooral een centenkwestie, maar het gevolg van een disbalans tussen taken, organisatie, bevoegdheden en bekostiging. Dat zegt de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) die hier een advies over uitbrengt.
Al jaren kampen gemeenten met het rondkrijgen van de begroting, maar het afgelopen jaar werd duidelijk dat meer dan twee op de drie gemeenten kampt met financiële tekorten. BDO becijferde in januari dat acht van de tien gemeenten hun begroting voor 2021 niet rondkrijgen. Steeds meer gemeenten hebben ook structureel moeite met hun begroting.
Hogere uitvoeringskosten
Gemeenten hebben het mede zwaar omdat de uitvoeringskosten stijgen, terwijl er aan de inkomstenkant niet veel verandert. Vooral de toegenomen druk in het sociale domein, onder meer omdat een aantal taken als WMO en Jeugdzorg nu bij de gemeentes wordt belegd, wordt aangewezen als oorzaak. Volgens de Raad voor het Openbaar Bestuur is geld nodig om tekorten weg te werken en zijn zaken als een uitbreiding om lokale belastingen te heffen zeker nodig, maar dat lost de grondoorzaak niet op.
Geld is geen (hele) oplossing
Om de taken binnen het sociaal domein beter uit te voeren, is het alleen een zak geld onvoldoende, betoogt de ROB. Aanvankelijk wilden gemeenten die taken uitvoeren in plaats van het Rijk om meer maatwerk te kunnen leveren voor huishoudens binnen de gemeente, legt dr. Bart Leurs van de Raad uit. De taakverplaatsing ging gepaard met een bezuinigingsopgave van het Rijk. ‘Het is twijfelachtig of je die besparing meteen kunt realiseren, want je hebt te maken met een leerproces. Het potentiële maatwerk van gemeentes is ingeperkt en dat wordt door VWS maar gedeeltelijk gecompenseerd.’
Eisensteller moet kosten bekijken
De oplossing ligt dan ook in het duidelijker definiëren van het kostenplaatje, legt Leurs uit. ‘Degene die de eisen stelt, moet ook onderzoek doen naar wat het gaat kosten.’ In het rapport ‘Rust-Reinheid-Regelmaat. Evenwicht in de bestuurlijk-financiële verhoudingen’ stelt de Raad dan ook dat het Rijk de geldende wetten en afspraken over het bieden van een passende bekostiging met heldere criteria aan het begin van het proces moet toepassen. ‘Het risico is anders dat de financiële verhoudingen onderdeel blijven van de dagelijkse politiek met terugkerende onderhandelingen.’
Geen kostenonderbouwing
Als voorbeeld haalt het rapport de Inburgeringswet aan. Daarbij zijn taken naar de gemeenten verschoven, maar een onderzoek naar de uitvoeringslasten bij gemeenten vanuit het Rijk, waarbij kwantitatief onderbouwd wordt wat taken gaan kosten en hoe deze moeten worden gedekt door decentrale overheden, bleef lang achterwege. De ROB betoogde in 2019 al dat dit onderzoek al in het voorstel aangekondigd had moeten worden. Het beschikbaar gestelde budget werd zonder kostenbudget of onderbouwing gepresenteerd en uiteindelijk werd er dan ook moeizaam onderhandeld om het budget toe te passen op de vereiste voorzieningen.
Balans nodig
Kortom: er is een balans nodig tussen de spelregels die het Rijk opstelt, het geld dat beschikbaar wordt gesteld en het maatwerk dat de gemeenten vervolgens kunnen leveren. ‘Het zou daarom een goede zaak zijn als het kabinet een deltacommissaris aanstelt die binnen een jaar komt met de uitwerking van een samenhangend pakket van maatregelen om de onderliggende oorzaken van de disbalans aan te pakken en te zorgen voor duidelijke spelregels waaraan alle partijen zich gehouden weten,’ aldus de ROB.