
Het netto vakantiegeld valt dit jaar voor veel controllers een paar euro’s lager uit dan vorig jaar. Dat komt door veranderde belastingtarieven. Mensen met een minimumloon of parttimebaan krijgen juist wat meer.
Dat blijkt uit cijfers van salarisadministratiebedrijf ADP. Door de inkomensafhankelijke heffingskortingen krijgen vooral werknemers met een bovenmodaal salaris netto een lager bedrag op hun rekening bijgeschreven. Door de afbouw van de arbeidskorting is het grootste verschil te zien bij inkomens van drie keer modaal, die 487 euro minder vakantiegeld krijgen. Bij een modaal inkomen (2.816 euro per maand) gaat het om enkele euro’s. Minimumloners en werknemers met een parttime inkomen tot aan het minimumloon (1.685 euro per maand) krijgen zo’n 15 euro meer.
Vakantiegeld in de coronacrisis
Het salarisbedrijf waarschuwt dat het uitbetalen van vakantiegeld een behoorlijke opgave kan zijn voor ondernemingen die door de coronacrisis in de problemen zijn geraakt. Werkgevers zijn wettelijk verplicht om het uiterlijk juni uit te betalen, maar meestal is contractueel vastgelegd dat het in mei betaald wordt. Eenzijdig uitstellen van betaling van vakantiegeld kan dan ook niet, daar zou een bedrijf over in gesprek moeten met de werknemers. Het is mogelijk dat de werkgever en werknemer zijn overeengekomen dat het loon is verlaagd in verband met coronagerelateerde problemen voor de werkgever. Zo’n verlaging werkt dan ook door naar het vakantiegeld.
Individueel keuzebudget
Ook maken meer bedrijven gebruik van een individueel keuzebudget, waarbij het vakantiegeld maandelijks in een keuzebudgetpot wordt gestopt. De werknemer bepaalt dan op welke manier en wanneer dat bedrag wordt ingezet, bijvoorbeeld om belastingvrij op te nemen voor een studie. Met dit systeem is het traditionele vakantiegeld minder populair geworden.