
Volgens het Register Belastingadviseurs heeft een initiatiefwetsvoorstel voor nieuwe fiscale regels rondom bedrijfsopvolging een grote impact op het mkb. De initiatiefnemers trekken verkeerde vergelijkingen en begrijpen het belang van de BOR niet goed.
Het voorstel voor drastische aanpassingen in de fiscale regeling om grenzen te stellen aan de BOR tast het vermogen dat nodig is voor de groei van mkb-drijven zwaar aan, zo vindt de organisatie. De RB spreekt zich dan ook fel uit tegen het plan. ‘Het is voor een gedeelte gebaseerd op verkeerde uitgangspunten en het doet afbreuk aan reële fiscale noden van de praktijk, in het bijzonder die van het midden- en kleinbedrijf. Het RB roept de initiatiefnemers dan ook op tot revisie, waarin het belang van het mkb zwaarder meegewogen wordt.’
Plan doet geen recht aan belang
Volgens de organisatie is de BOR inderdaad te royaal geworden de laatste jaren, maar de krimp die nu wordt voorgesteld is ‘het kind met het badwater weggooien’. Het huidige belastingregime binnen de BOR is bedoeld om bedrijfscontinuïteit bij opvolging niet in gevaar te brengen. Daarom gelden er vrijstellingen en is uitstel van betaling mogelijk bij overgang van een familiebedrijf.
‘Het RB ontvangt nu al signalen dat bedrijven bang zijn dat de aanpassingen van de BOR ongunstig zullen uitpakken voor het bestaan van hun familiebedrijf,’ aldus het Register. ‘Over een terugbreng naar het oorspronkelijke doel van de regeling (denk aan verlaging van de vrijstelling of oprekking van de duur van de voortzettingsperiode) valt te praten, maar de suggesties in het wetsvoorstel doen aan het belang van de bestaande regeling geen recht.’
Lees ook: Afschaffing bedrijfsopvolgingsregeling funest voor familiebedrijf
Onjuiste vergelijking
Daarnaast stellen de initiatiefnemers van het wetsvoorstel een progressief tarief voor om het huidige tarief voor inkomen uit aanmerkelijk belang (box 2) te vervangen. Dat zou moeten voorkomen dat vermogensbelasting wordt overgeheveld naar box 2. ‘Op dit moment heeft box 2 een aanzuigende werking omdat daadwerkelijk gerealiseerde rendementen worden belast op basis van een winstbelasting en niet op basis van een forfaitaire belastingheffing in box 3. De aanzuigende werking zal in de toekomst versterkt worden als voor box 3 een vermogensaanwasbelasting wordt geïntroduceerd.’
De organisatie van fiscaal experts wijst erop dat de meeste aanmerkelijkbelanghouders ondernemers zijn die hebben gekozen voor een bv, niet ondernemers voor de inkomstenbelasting. Daarom moet de belastingdruk in de inkomstenbelasting van deze grootaandeelhouders worden vergeleken met de belastingdruk voor ondernemers. ‘De Tweede Kamerleden maken in het voorstel de onjuiste vergelijking van aanmerkelijkbelanghouders met werknemers. Daarnaast denken zij ten onrechte dat het verzwaren van box 2 de problemen met box 3 oplost,’ stelt het RB in een persbericht.