
Met compensatieregelingen voelen we de pijn niet van veranderende verhoudingen en wordt er van energietransitie geen werk gemaakt. Hoe reageren de markten daarop?
In 1977 worstelde het toenmalige kabinet Den Uyl met een forse economische crisis. Om die te bestrijden, wilde men de uitgaven opvoeren, maar dat kon binnen de toen bestaande begrotingsregels niet. Men besloot om toch meer uit te geven. In de parlementaire toelichting staat de volgende bezweringsformule waarmee men de normoverschrijding motiveert. Minister Duisenberg spreek over een ‘aanvaardbare tijdelijke overschrijding van het structureel aanvaardbare financieringstekort’. De achterliggende gedachte was dat de extra uitgaven zichzelf zouden terugverdienen omdat extra stimulering zou leiden tot meer overheidsinkomsten. Duisenberg sprak van een inverdieneffect.
Lek gedicht
Van die ambitie is niets terechtgekomen. In een open economie als de Nederlandse lekken extra uitgaven weg naar het buitenland. Daarnaast leidden de extra uitgaven niet tot meer banen maar tot een hogere inflatie. Pas tijdens de regeerperiode van Lubbers, na 1982, werd het lek gedicht. Het begrotingstekort was opgelopen tot 10 procent van het bbp en de staat betaalde 12,75 procent rente. Je kunt een slechtlopende economie niet aan zijn eigen haren uit het moeras trekken. De financiële markten maakten een einde aan de illusie.
Afrekenen met ondoordachte plannen
De Britse premier Liz Truss probeerde het kunstje nog een opnieuw te doen. De Britten wilden maar liefst 45 miljard pond in hun inzakkende economie pompen. De effecten van de plannen waren niet doorgerekend, noch was duidelijk hoe de tekorten gefinancierd moesten worden. De financiële markten zagen niets in de plannen, waardoor het pond kelderde en de rente omhoogvloog. De nieuwe minister van Financiën kon vertrekken en Truss heeft de houdbaarheid van een krop sla. De financiële markten kennen geen genade. Ze rekenen af met ondoordachte plannen, waardoor de politici weer op hun schreden moeten terugkeren.
En in Nederland?
Doen wij het in Nederland nu zoveel beter? Sigrid Kaag heeft in elk geval de begrotingsregels losgelaten. Ze gaat 28 miljard euro extra uitgeven om de hoge kosten van energie te verlagen. Haar plannen zijn niet doorgerekend, terwijl het heel goed mogelijk is dat de kosten oplopen tot 40 miljard euro. Nu is de financiële positie van Nederland redelijk solide, dus de afstraffing door de obligatiemarkt zal niet direct plaatsvinden. Maar ik vind de plannen toch problematisch.
Steun lost problemen niet op
Mijn grootste bezwaar is dat de overheid elke keer weer als redder op moet treden. Dat zagen we tijdens de crisis van 2008, de coronacrisis, en nu weer nu de energieprijzen ontploffen. Elke keer moet de overheid getroffen groepen compenseren. Wat we daarmee voorkomen, is dat we de pijn voelen en ons aanpassen aan de veranderde verhoudingen. Met steun lossen we de problemen niet op, wel met een goede energietransitie. Nu wordt de pijn voor een jaartje verdoofd, maar over een jaar zullen de markten ons hardhandig bijten. Dan voelen we de pijn alsnog, maar er is wel kostbare tijd verloren gegaan.
Auteur: Jaap Koelewijn
Lees hier meer blogs uit de rubriek Economische outlook.
Dit artikel is verschenen in cm: 2022, afl. 9.