
Het lage-inkomensvoordeel (LIV) stijgt om de loonlast van kleine werkgevers in bepaalde sectoren te verlagen. Dit zijn de bedragen die met terugwerkende kracht voor 2022 gelden.
Het lage-inkomensvoordeel (LIV) wordt verhoogd over 2022 en 2023. Deze verhoging met terugwerkende kracht wordt uitbetaald in 2023 en 2024. Dat volgt uit de verhoging van het wettelijk minimumloon per 1 januari 2023 en afspraken met werkgevers over lastenverlichtingen de komende jaren. De verlichting bestaat onder meer uit een verlaging Aof-premie voor kleine werkgevers. Die verlaging is minder groot dan in de Miljoenennota is aangekondigd. Maar daar tegenover staat dat het LIV wordt verhoogd.
Loonkostenstijging mkb dempen
Door de verhoging van het minimumloon stijgt de loonsom van bedrijven in bepaalde sectoren relatief sterk. In diezelfde sectoren wordt meer gebruikgemaakt van het lage-inkomensvoordeel. Daarom is de verhoging daarvan effectiever om de effecten van de minimumloonstijging op te vangen voor werkgevers dan via de Aof-premie. De LIV-verhoging geeft mkb-bedrijven een liquiditeitsvoordeel. Ook de verruiming van de WKR moet kleine bedrijven meer armslag geven.
Nieuwe bedragen
De vergoeding per verloond uur wordt eenmalig met terugwerkende kracht over 2022 (uitbetaald in 2023) verhoogd van 0,49 naar 0,78 euro per verloond uur per werknemer. De maximale vergoeding wordt eenmalig met terugwerkende kracht over 2022 (uitbetaald in 2023) verhoogd van 960 naar 1.520 euro per werknemer per kalenderjaar. Over 2023 (uitbetaald in 2024) wordt het LIV verhoogd van 0,49 naar 0,63 euro per verloond uur. De maximale vergoeding wordt over 2023 (uitbetaald in 2024) dan maximaal 1.242 euro per werknemer per kalenderjaar, zo blijkt uit een Kamerstuk.
Verlaging bovengrens uurloon LIV
Door de stijging van het minimumloon voldoen meer werknemers aan de voorwaarden van het LIV. Om deze stijging budgetneutraal te houden, wordt de absolute bovengrens verlaagd. De relatieve hoogte van de bovengrens van het uurloon komt dan uit op 116 procent. De absolute bedragen van zowel de onder- als bovengrens van het uurloon kunnen pas worden bepaald, wanneer de verhoging van het minimumloon per 1 januari 2024 bekend is.