Het economisch lexicon is sinds kort verrijkt met een nieuwe term: het economisch gigantisme. De Vlaamse macro-econoom Geert Noels (1967) heeft het begrip geu00efntroduceerd en gedefinieerd als: een groeiende, niet te stuiten zucht naar marktmacht van bedrijven en de schadelijke gevolgen daarvan. We moeten daarbij denken aan internationaal opererende concerns, met name op het gebied van digitale dienstverlening, de hightechsector.