Bij bedrijfsovernames maken koper en verkoper doorgaans afspraken over de gang van zaken tussen het moment waarop overeenstemming is bereikt en de overdracht van de aandelen. Vaak houden die in dat de verkoper er in die periode voor moet zorgen dat het verkochte bedrijf blijft opereren in zijn 'ordinary course'. Of zo'n afspraak ook inhoudt dat er nog fikse bedragen aan onderhoud moeten worden uitgegeven, was voorwerp van geschil in een zaak die vorig jaar tot een arrest leidde van het Gerechtshof Amsterdam. In deze bijdrage een beknopte toelichting.