
Ondanks de grote bezwaren van het bedrijfsleven heeft het parlement vorig jaar bij de behandeling van het Belastingplan 2005 ingestemd met het invoeren van de autokostenfictie in de loonbelasting op 1 januari 2006. Deze overbodige maatregel zal voor veel overlast gaan zorgen. Dat stelt mr. Janny Kamp, Secretaris Fiscale Zaken van het VNO-NCW, in de nieuwste editie van de nieuwsbrief F&A Actueel.
Vanaf 1 januari 2005 moeten werkgevers loonbelasting gaan inhouden over 22 procent van de cataloguswaarde van een (bestel)auto van de zaak als de werknemer die auto op jaarbasis voor meer dan 500 km privé gebruikt. Deze maatregel is overbodig, omdat fraude met de auto van de zaak kan worden bestreden door andere nieuwe wetgeving die op 1 januari 2006 in werking treedt. Welke overlast kunt u bijvoorbeeld verwachten?
Verhouding werkgever-werknemer
De LB-maatregel heeft een grote invloed op de verhouding tussen werkgever en werknemer. Door de bijtelling daalt het maandelijks door de werkgever uit te betalen nettoloon aanzienlijk. Grote arbeidsonrust is het gevolg, in het bijzonder bij werknemers die voor hun werkzaamheden gebruik moeten maken van een door de werkgever voorgeschreven bestelauto (bijvoorbeeld servicemonteurs, installateurs). Nu wordt de fiscale bijtelling geheel in de inkomstenbelasting afgewikkeld – dus buiten de werkgever om – en tast zij de verhouding tussen werkgever en werknemer niet aan.
Dikwijls blijkt de overschrijding van de 500 km-grens pas in de loop van of aan het eind van het jaar. Moet pas dan worden ingehouden? Stel dat in december blijkt dat de 500 km-grens is overschreden, dan moet de werkgever in die maand het gehele bedrag van de bijtelling in één keer bij het loon tellen. Het gevolg kan zeer wel zijn dat in december aan de werknemer geen loon wordt uitbetaald. Het behoeft geen betoog dat dit gevolg tot grote spanningen zal leiden. Wat te doen bij wisseling van dienstverbanden in de loop van het jaar? Stel iemand wisselt van dienstbetrekking op 1 augustus 2006. Op dat moment is de 500 km-grens nog niet overschreden. In november is die grens wel overschreden. Wat moet de nieuwe werkgever doen? De volledige bijtelling bij het loon tellen is onjuist, want een deel van de privé-kilometers is onder het oude dienstverband gereden. Bovendien zou de nieuwe werkgever met lasten worden geconfronteerd die bij de oude werkgever thuishoren.
Premies en zorgverzekering
Een loon dat lager is dan het maximumpremieloon (43.500 euro per jaar) heeft niet alleen tot gevolg dat de werknemer over de bijtelling premies werknemersverzekeringen is verschuldigd, maar ook dat de werkgever het werkgeversdeel in die premies moet betalen. Een ander aspect met betrekking tot de premies werknemersverzekeringen is, dat de werkgever in het geval van naheffing het werknemersdeel in die premies niet op de werknemer kan verhalen (wettelijk verhaalsverbod).
Ook vloeit een extra werkgeverslast voort uit de nieuwe Zorgverzekeringswet. Volgens deze wet is de verplichte inkomensafhankelijke werkgeversvergoeding gekoppeld aan het ‘loon overeenkomstig de wettelijke bepalingen van de loonbelasting’. Bij een loon dat lager is dan het maximumloon waarover de werkgeversbijdrage is verschuldigd (30.000 euro) zou een loonbijtelling wegens een auto van de zaak dus tot een hogere werkgeversbijdrage leiden. Uit de toelichting op de Zorgverzekeringswet blijkt weliswaar dat bij ministeriële regeling nog moet worden bepaald over welke bestanddelen van het loon de werkgever een vergoeding moet betalen, maar in de toelichting is expliciet opgemerkt dat het daarbij in beginsel gaat om loon uit tegenwoordige dienstbetrekking (en daar hoort, zonder nadere voorziening, de auto van de zaak met ingang van 1 januari 2006 ook bij).
Administratieve lasten
Volgens het Belastingplan 2005 worden werkgevers als gevolg van de bijtelling in de loonbelasting met nieuwe administratieve lasten van 21 miljoen euro geconfronteerd, terwijl de Belastingdienst drie miljoen euro op uitvoeringskosten bespaart. Los van het feit dat dit per saldo een maatschappelijk verlies van achttien miljoen euro betekent, rijst de vraag hoe deze aanpak is te verenigen met het doel van dit kabinet om de administratieve lasten voor het bedrijfsleven in deze kabinetsperiode met 25 procent te verminderen.
Tijd<