Financiële managers profiteren nauwelijks van hun interne performance management-oplossingen, zo blijkt uit onderzoek van BPM-specialist Cartesis.
Het onderzoek, gehouden onder financiële directies van de 350 grootste bedrijven aan de Londen Stock Exchange (FTSE 350), toont aan dat de meeste van hen zich te sterk concentreren op interne processen en planning. Hoewel dit een belangrijke basis vormt voor performance management, betekent dit dat veel organisaties compliance-eisen, cruciale externe factoren en belanghebbenden negeren.
De introductie van nieuwe regelgevingen zoals de Operating and Financial Review (OFR) in Groot-Brittannië – die zeer waarschijnlijk ook invloed zal hebben op Europese bedrijven – betekent dat voorspellingen van de bedrijfsprestaties wettelijk verplicht worden gesteld. Ondernemingen moeten de noodzaak inzien van externe informatievoorziening over bedrijfsprestaties, om het vertrouwen van belanghebbenden en toekomstige investeringen veilig te stellen. Het negeren van deze noodzaak zal negatieve gevolgen hebben voor compliance, corporate governance en de relatie met aandeelhouders.
Volgens het onderzoek van Cartesis zijn de drie belangrijkste motivaties om te investeren in performance management: ondersteuning van dagelijkse besluitvorming (84 procent), ontwikkeling van een langetermijnstrategie (73 procent) en vat krijgen op de organisatie (69 procent). Slechts eenderde van de respondenten ziet externe rapportage over prestaties als een voordeel van performance management. Daarnaast gelooft geen van de ondervraagden dat investeringen in performance management bijdragen aan een verbetering van corporate governance of het uitdragen van prestaties.
Het feit dat zestig procent van de ondervraagden toegeeft geen officiële benchmark ten opzichte van concurrenten uit te voeren, onderstreept het gebrek aan externe oriëntatie bij veel financiële managers.