De Wet toezicht accountantsorganisaties moet een steun in de rug zijn voor het accountantsberoep. Dit stelt Gerrit Zalm in een interview met Accountancynieuws, vakblad voor accountants.
De wet die eind juni door de Tweede Kamer is aangenomen, komt naar verwachting eind september in de Eerste Kamer aan de orde en moet vervolgens op 1 april 2006 ingaan. De Wta moet boekhoudschandalen helpen voorkomen. De Wta regelt toezicht op accountants en de kwaliteit van hun beroepsuitoefening. Dit toezicht zal worden uitgeoefend door de Autoriteit Financiële Markten (AFM).
In het interview spreekt Zalm zich uit over de rol van de AFM. Het toezicht van de AFM op grotere kantoren die onder andere beursgenoteerde ondernemingen en financiële instellingen controleren wordt strenger en intensiever dan het toezicht op middelgrote en kleinere kantoren die dergelijke klanten niet hebben. De AFM moet straks ook de mogelijkheid krijgen om boetes op naam te publiceren. Dat betekent dat accountantskantoren wanneer zij fouten maken met naam en toenaam in de publiciteit komen. Zalm hecht eraan dat er niet uitsluitend naar de gemiddelde kwaliteit van een accountantskantoor gekeken wordt. De AFM moet bij fouten aan de bel trekken. Deze vorm van toezicht is deels repressief, deels preventief. Zalm: ‘Niemand wil in de krant komen te staan met de boodschap dat hij door de AFM op het vestje is gespuugd.’
Zalm spreekt zich verder uit over de rol van de beide beroepsverenigingen van accountants NOvAA en NIVRA. Hoewel beide verenigingen zowel publieke als private taken hebben, is hij niet van zins om daar veranderingen in aan te brengen.
Het strengere toezicht op accountants past in Europese en internationale ontwikkelingen.’ We krijgen echt problemen in Amerika als we geen onafhankelijk publiek toezicht hebben,’ zo stelt Zalm. Daarnaast zijn vanuit Europa alle richtlijnen opgezet vanuit de wettelijke controle. Het eigenlijke toezicht beperken tot de beursgenoteerde ondernemingen en te zeggen dat op de andere wettelijke controles geen wettelijk toezicht hoeft te worden gehouden, vindt hij niet logisch. Het staat volgens hem in geen enkele Europese Richtlijn. ‘Niet in de huidige, niet in de toekomstige.’