Schade door fraude met faillissementen bedraagt tussen de 600 miljoen en 1 miljard euro. Met 43 procent van de faillissementen is iets mis. Bij zeker een kwart ervan is sprake van fraude.
Dat stelde het actualiteitenprogramma Zembla in zijn uitzending van 21 november op basis van een nog geheim rapport van het onderzoeksbureau WODC van het ministerie van Justitie. Het onderzoek concludeert dat er nauwelijks opsporing plaatsvindt naar fraude met bv’s, zoals het wegsluizen van geld, het laten verdwijnen van de boekhouding of het lozen van personeel. Hoewel faillissementsfraude veel meer geld kost dan uitkeringsfraude (160 miljoen) zijn er maar 55 rechercheurs mee bezig, tegen 1154 die zich met uitkeringsfraude bezighouden.
Zembla concludeert dat de afgelopen 25 jaar weinig is veranderd in de bestrijding van faillissementsfraude. Begin jaren ’80 verscheen een WODC-rapport dat al vaststelde dat bij 37 procent van de faillissementen iets mis is. Sinds die tijd heeft de bestrijding geen vooruitgang geboekt, maar zijn de cijfers juist ongunstiger geworden. Uit het nieuwste rapport bleek zelfs dat er veel adviseurs zijn die mensen helpen bij het frauduleus afhandelen van een faillissement.
Een onderzoek van KPMG bevestigt dit beeld, toegespitst op de horeca. Op verzoek van de FNV Horecabond heeft KPMG faillissementsfraude in die bedrijfstak in 2003 en 2004 onderzocht. Bij bijna een op de drie (29 procent) faillissementen in de horeca bestaat het vermoeden van fraude. De directe financiële schade bedroeg de afgelopen twee jaar 54 miljoen euro.
De horeca scoort slecht in vergelijking met andere branches. Het gemiddelde aantal uitgesproken faillissementen waarin sprake was van opzettelijke benadeling van schuldeisers, lag op twaalf procent. Sinds 2000 is het aantal faillissementen in de horeca met 70 procent toegenomen. In 2000 werden 195 faillissementen uitgesproken. In 2004 waren het er 332. De verwachting is dat het aantal in 2005 nog verder zal stijgen.