Werknemers krijgen in 2006 langer de tijd om te kiezen voor levensloop danwel spaarloon.
Wie straks in een kalenderjaar eenmaal gespaard heeft in de spaarloonregeling, mag niet meer opbouwen in de levensloopregeling (en andersom). Dit geldt ook als een bedrag is gestort op de spaarloonrekening dat later weer is teruggestort (of een bedrag op de levensloopregeling dat later is teruggestort).
De Tweede Kamer heeft echter een overgangsbepaling aangenomen die voor het kalenderjaar 2006 een uitzondering maakt. Als het binnen de spaarloonregeling vóór 1 juli 2006 gespaarde loon vóór 1 juli 2006 wordt teruggestort naar de werkgever en alsnog als loon in aanmerking wordt genomen, kan de werknemer vervolgens toch nog deelnemen aan de levensloopregeling.
Dividend
Als het gespaarde bedrag van een levensloopregeling is belegd in aandelen, kan de werknemer de ingehouden dividendbelasting over de opbrengst van die aandelen niet in de inkomstenbelasting verrekenen. De Tweede Kamer heeft een amendement aangenomen dat dit regelt.
In plaats daarvan kan de kredietinstelling waarbij de geblokkeerde levenslooprekening wordt aangehouden, deze dividendbelasting verrekenen. De kredietinstelling moet dan wel een bedrag ter grootte van de ingehouden dividendbelasting storten op de geblokkeerde levenslooprekening van de werknemer. Hierdoor wordt per saldo het brutodividend bijgeschreven op het levenslooptegoed. Dat meldt kluwersalarisadministratie.nl.