
Vanaf 1 januari 2006 dienen werkgevers nog maar één gecombineerde aangifte loonheffingen in bij de Belastingdienst. De fiscus heeft voor u de belangrijkste veranderingen op een rij gezet.
Deze loonaangifte vervangt het stelsel waarin werkgevers hetzij de premieafdracht op voorschot, hetzij de premieafdracht op aangifte achteraf voor de premies werknemersverzekeringen bij UWV moesten doen en hun aangifte loonbelasting en premie volksverzekeringen bij de Belastingdienst. U bent bovendien verplicht om de loonaangifte voortaan elektronisch in te dienen. De veranderingen vragen om aanpassingen in de salarisadministratie en om tijdige voorbereiding.
De nieuwe, gecombineerde aangifte gaat officieel “aangifte loonheffingen” heten. Naast het feit dat u mogelijk vaker aangifte moet doen en deze aangifte elektronisch indient, is sprake van een groot aantal inhoudelijke veranderingen. U moet er bijvoorbeeld rekening mee houden dat de inkomensafhankelijke bijdrage voor de Zorgverzekeringswet deel uitmaakt van de aangifte loonheffingen. Ook wordt naar verwachting het privé-gebruik van de auto van de zaak vanaf 1 januari 2006 onder de werking van de loonbelasting gebracht. Dat betekent dat dit loonbestanddeel deel gaat uitmaken van de loonaangifte. De werkgever wordt verantwoordelijk voor de bijtelling. U moet dus 22% van de cataloguswaarde van de auto bij het loon tellen als een werknemer meer dan 500 kilometer per jaar privé rijdt. Overigens is op dit moment nog niet bekend of de bijtelling wegens privé-gebruik auto ook tot het premieloon voor de premies werknemersverzekeringen en tot het loon voor de Zorgverzekeringswet gerekend moet worden. Maar er verandert meer. Zo zult u in uw salarisadministratie ook rekening moeten houden met de levensloopregeling en met de Wet inkomen naar arbeidsvermogen, die, mits op tijd goedgekeurd door de Eerste kamer, vanaf 1 januari 2006 gaat gelden voor alle nieuwe gevallen van arbeidsongeschiktheid.
In deze In Focus gaat alle aandacht echter uit naar Loonaangifte 2006, waarbij we inzoomen op de gevolgen voor de salarisadministratie, de VCR-methode en het aangiftetijdvak. Het volledige artikel, waarin ook betaling, controle en correctie, bezwaar en beroep aan de orde komen, is te lezen in Praktijkblad Salarisadministratie, dat op 18 november verschijnt.
Salarisadministratie
Doordat de Belastingdienst ook de heffing en inning van de premies werknemersverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage voor de Zorgverzekeringswet op zich neemt, verandert de inhoud van het loonaangiftebericht. In totaal bevat het nieuwe bericht zo’n 124 gegevens. Voor een volledig overzicht van deze gegevens, kunt u op www.loonaangifte2006.nl de “Gegevensset Loonaangifte” downloaden. Het aangiftebericht bestaat uit gegevens van de organisatie als geheel (het collectieve deel) en gegevens van individuele werknemers (de werknemergegevens). De Belastingdienst gebruikt het collectieve deel om te bepalen wat u over het betreffende aangiftetijdvak aan premies, heffingen en bijdragen moet betalen.
De werknemergegevens stuurt de Belastingdienst door naar de polisadministratie bij UWV, die deze gegevens gaat gebruiken om vast te stellen of een werknemer recht heeft op een uitkering en wat de hoogte daarvan moet zijn. Het is belangrijk dat u ervoor zorgt dat de gegevens van elke individuele medewerker volledig en juist zijn, want als er fouten worden geconstateerd loopt u kans dat u een correctieverplichting opgelegd krijgt. Onder omstandigheden kan hierbij sprake zijn van het opleggen van een boete, al zal de Belastingdienst in 2006 nog terughoudend zijn met het opleggen van boetes. U heeft er dus nog meer dan in het verleden belang bij, dat uw personeelsadministratie en uw salarisadministratie op elkaar zijn afgestemd en dat de gegevens zo actueel mogelijk worden gehouden.
Nieuwe rekenmethode
Vanaf 1 januari 2006 moet u bij het berekenen van de premies werknemersverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzek<