Verliezen van buitenlandse dochters mogen onder voorwaarden verrekend worden met de winst van de moedermaatschappij. Dat heeft het Europees Hof van Justitie op 13 december 2005 in de geruchtmakende Marks&Spencer-zaak beslist.
De Britse winkelketen vond dat zij verliezen van dochtermaatschappijen in andere EU-landen moest kunnen aftrekken van de binnenlandse winst. De hoogste Europese rechter oordeelde in de zaak Marks & Spencer dat multinationals verliezen van buitenlandse dochterbedrijven van hun binnenlandse winst mogen aftrekken. Maar dat mag alleen indien geen compensatie mogelijk is in het land waar de dochter is gevestigd, aldus het Financieel Dagblad.
Door deze beperking loopt de Nederlandse schatkist veel minder schade op dan was gevreesd. Ondernemers rekenen erop dat zij daarom niet het slachtoffer zullen worden van drastische reparatiewetgeving die schadelijk voor hen kan uitpakken.