De fiscale regeling voor bedrijfsfitness wordt verruimd. De voorwaarde dat de fitness (nagenoeg) geheel gedurende werktijd moet plaatsvinden, zal vervallen.
Als de fitness niet op de werkplek plaatsvindt, geldt wel als voorwaarde dat de fitness plaatsvindt op een door de werkgever voor alle werknemers (met dezelfde arbeidsplaats) aangewezen locatie. De belastingfaciliteit houdt in dat de werknemer de bedrijfsfitness onbelast mag ontvangen. De werkgever kan de uitgaven voor bedrijfsfitness van de belastbare winst in aftrek brengen. Dit meldt PricewaterhouseCoopers Belastingnieuws.
De fiscaal gefacilieerde bedrijfsfitness betreft conditie- of krachttraining van werknemers die openstaat voor alle werknemers en plaatsvindt onder deskundig toezicht. De bedrijfsfitness hoeft niet per sé op het bedrijfsadres van de onderneming zelf te worden georganiseerd, maar kan eventueel bij een derde (sportschool) worden ingekocht. Kleine ondernemingen die een eigen fitnessruimte niet kunnen inpassen, kunnen daardoor ook belastingvrij bedrijfsfitness verstrekken.
Een belastingvrije verstrekking van bedrijfsfitness is niet mogelijk als de lichaamsbeweging het karakter heeft van recreatie, vrijetijdsbesteding of naar aard ervan een persoonlijke aangelegenheid is. De gestelde voorwaarden aan belastingvrije bedrijfsfitness moeten tot gevolg hebben dat deze vorm van fitness het ziekteverzuim helpt te voorkomen en de normale sport- of ontspanningsuitgaven van de werknemer niet beïnvloedt.