Salaris is voor het eerst sinds jaren de belangrijkste reden in de keuze voor een (nieuwe) werkgever. Hiermee is werksfeer, dé nummer één van de afgelopen jaren, niet meer de belangrijkste motivatie in het keuzegedrag van de Nederlandse beroepsbevolking. Dit blijkt uit het continu Arbeidsmarkt GedragsOnderzoek (AGO) van Intelligence Group dat sinds 2003 onder bijna 50.000 personen is uitgevoerd.
In de hoogtijdagen op de arbeidsmarkt (2000-2001) waren het vooral de motieven parttime werken, flexibele werktijden, acceptabele werkdruk en aansluiting vinden bij persoonlijke idealen, van groot belang bij de keuze voor een werkgever. Een goed salaris was vanzelfsprekend en een vast contract gemeengoed. In de afgelopen jaren zijn deze keuzecriteria sterk veranderd. Na jaren van loonmatiging en -bevriezing en reorganisaties, zijn salaris en het vaste contract weer erg belangrijk geworden in de keuze voor een baan. Zeer opvallend is dat salaris belangrijker is geworden dan werksfeer, dat al jaren de belangrijkste redenen was om voor een werkgever te kiezen. De sterkste stijger is een vast contract.
Opvallende dalers zijn goede secundaire arbeidsvoorwaarden en opleidingsmogelijkheden. De primaire arbeidsvoorwaarden bepalen dus weer in sterkere mate de mobiliteit dan de secundaire en tertiaire arbeidsvoorwaarden.