Zelfstandig ondernemers hoeven vanaf volgend jaar slechts winstbelasting te betalen over 90 procent van hun winst. Dat betekent dat het toptarief voor zelfstandigen uitkomt op 46,8 procent (particulieren: 52 procent). Innovatief ondernemen wordt gestimuleerd door een aparte ’royalty box’ in de winstbelasting te introduceren van tien procent. En er komt een extra schijf voor winsten van MKB-bedrijven van 25.000 tot 60.000 euro: 23,5 procent.
Het kabinet ging deze week definitief akkoord met de nota ’Werken aan Winst’ van staatssecretaris Wijn (Financiën) voor de verlaging van de winstbelasting voor bedrijven, aldus de Telegraaf. Eind april had het kabinet de plannen van Wijn al op hoofdlijnen goedgekeurd. Inmiddels heeft Wijn enkele kleine aanpassingen doorgevoerd. Zo wordt het algemene vpb-tarief in 2007 25,5 procent in plaats van de beoogde 24,9. Dit is gedaan omdat veel Aziatische landen een vpb-tarief onder de 25 procent aanmerken als belastingparadijs. Landen als Japan krijgen dan volgens hun fiscale stelsel het recht belasting te heffen op winsten van buitenlandse bedrijven in Nederland. Dat zou het vertrek van Aziatische bedrijven uit ons land kunnen betekenen, wat moet worden voorkomen. Japanse bedrijven in ons land zijn op dit moment goed voor zo’n 6.000 tot 10.000 arbeidsplaatsen.
De totale kosten van het vpb-pakket bedragen 730 miljoen euro Het geheel betekent per saldo een lastenverlichting voor bedrijven van 500 miljoen euro, inclusief een aantal premieverlagingen die ook volgend jaar hun beslag zal krijgen. De verlaging van het tarief wordt onder meer gefinancierd door de zogeheten vooren achterwaartse verliescompensatie te beperken en door afschrijvingen op onroerend goed in te perken. Vanaf 2007 mogen mkb-ondernemers nog tot 50 procent van de economische waarde afschrijven. Voor beleggingsonroerendgoed geldt dat niet. Dat moet in de toekomst tegen de reële waarde worden afgeschreven. De voorwaartse compensatie, verliezen als het ware opsparen om in de toekomst te verrekenen, wordt beperkt tot negen jaar. Nu mag dat nog onbeperkt. De achterwaartse verliescompensatie, waarbij verliezen uit het verleden opgevoerd mogen worden, wordt voor IB-ondernemingen gesteld op drie jaar en voor alle andere bedrijven op een jaar.