UWV heeft de basispremie voor de Werkhervattingsregeling Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA) voor 2007 vastgesteld op 0,28 procent.
Het gaat om een gemiddelde lastendekkende premie, die wordt opgehoogd met een vaste opslag van 0,47 procent (de zogeheten rentehobbel). Vervolgens wordt er een opslag of korting toegepast, afhankelijk van het arbeidsongeschiktheidsrisico bij de individuele werkgever. De rentehobbel van 0,47 procent is door het kabinet vastgesteld en bedoeld om concurrentie van de verzekeringsmaatschappijen met UWV mogelijk te maken. Werkgevers worden hiervoor via een verlaging van de basispremie WAO/WIA gecompenseerd.
Arbeidsongeschiktheidsrisico
De basispremie en rentehobbel samen worden verhoogd met een opslag of verlaagd met een korting, afhankelijk van het arbeidsongeschiktheidsrisico bij de individuele werkgever. Werkgevers van wie de afgelopen jaren relatief veel werknemers in de WAO terechtkwamen, betalen een opslag. Werkgevers die juist weinig instroom in de WAO kenden, krijgen een korting op de basispremie. De uiteindelijke premie kent wel een maximum en een minimum.
Maximumpremie
Voor grote werkgevers is de maximumpremie 2,80 procent, voor kleine werkgevers (met een loonsom tot 675.000 euro) is maximumpremie 2,10 procent. De minimumpremie voor grote werkgevers is 0,05 procent en voor kleine werkgevers 0,40 procent.
Omslagprincipe
UWV is bij de berekening van de basispremie en de opslagen en kortingen uitgegaan van het omslagprincipe: de premie-inkomsten in een bepaald jaar moeten voldoende zijn om de uitkeringslasten in dat jaar te kunnen dekken.
