
Bijna de helft van de financials is niet tevreden over de accountant. Met een gemiddeld rapportcijfer van 5,6 komt de accountant er bekaaid vanaf. Bovendien is het met de controlekosten ronduit slecht gesteld. Er is geen transparante onderbouwing van het jaarlijkse controlebudget, budgetoverschrijdingen zijn meer regelmaat dan uitzondering en overleg daarover met de accountant is weinig succesvol.
Dit blijkt uit een in augustus en september 2006 door adviesbureau Alfa Delta Compendium gehouden onderzoek onder honderd administrateurs en controllers In Nederland.
Samenstelling en continuïteit team
Bijna de helft (45 procent) van de ondervraagden is niet tevreden over hun externe accountant. Het gemiddeld rapportcijfer is een 5,6 en op diverse onderdelen is de score zelfs nog lager. Zo worden op betrokkenheid en inlevingsvermogen de laagste rapportcijfers behaald (respectievelijk een 4,9 en een 4,8 op een schaal van 1 tot 10). Dit kan niet geheel los worden gezien van de reacties op de samenstelling van het team. 48 Procent vindt de samenstelling van het accountantsteam goed en oordeelt dat niet vaker wordt gewisseld dan voor de organisatie wenselijk is. De andere helft is echter van mening dat de continuïteit onvoldoende gewaarborgd is juist omdat het team te vaak van samenstelling wijzigt. Een veel gehoorde klacht uit de praktijk is dat nieuwe medewerkers van de externe accountant onvoldoende zijn voorbereid en dat daarmee de opleiding van deze nieuwe mensen wordt afgewenteld op de klant.
Inzicht in taken
Het inzicht in de werkzaamheden van de accountant blijkt bijzonder slecht te zijn. Slechts in zestien procent van de gevallen vindt jaarlijks voor aanvang van de controle een gesprek plaats met de externe accountant om de controlewerkzaamheden door te nemen. Een beperkte groep (30 procent) is daarbij op de hoogte van het door de externe accountant opgestelde risicoprofiel en slechts 24 procent vindt deze risicoanalyse ook daadwerkelijk bruikbaar. Slechts zestien procent van de ondervraagden heeft inzicht in de uren die aan de controle worden besteed, om nog maar te zwijgen over het werkprogramma op functieniveau (vijftien procent). Ondanks dit gebrek aan inzicht, weet de meerderheid (57 procent) dat de accountant haar administratieve organisatie en interne beheersing als voldoende beoordeelt.
Toegevoegde waarde
De financials is ook gevraagd naar de toegevoegde waarde van de accountant. Daaruit blijkt dat de accountant allang niet meer gezien wordt als de belangrijkste externe adviseur. De controle van de jaarrekening wordt steeds meer gezien als een commodity. Op de management letter is veel kritiek, slechts 38 procent vindt deze tussentijdse rapportage over de administratieve organisatie en interne beheersing bruikbaar en hanteert deze om haar organisatie te verbeteren. Een veel gehoorde beeldspraak uit de praktijk is dat “accountants zoeken naar spijkers op laag water”. Bekende issues uit de organisatie worden formeel op papier gezet en verbeterpunten benoemd in de management letter zijn niet relevant of niet praktisch uitvoerbaar. Accountants hebben de natuurlijke adviesfunctie sterk ingeperkt. De regelgeving daaromtrent wordt immers steeds strenger; een accountant moet een strikte scheiding aanbrengen tussen controle en advies. Maar als de accountant dusdanig veel weet van een organisatie dan mag hij/zij als controlerend accountant best zijn/haar mening geven. In de praktijk wordt dat niet of nauwelijks meer gedaan. Volgens de ondervraagden zijn adviezen over kostenbesparing (acht procent) en procesverbeteringen (twaalf procent) zeer uitzonderlijk. Helaas is de accountant ook niet erg proactief wat betreft suggesties om de controle efficiënter te laten verlopen (twintig procent).
Declaraties
Op het onderdeel controlekosten heeft de accountant veel te verbeteren. Slechts 39 procent van de respondenten heeft vooraf een duidelijk inzicht in het controlebudget van de externe accountant. Daarbij is 78 procent van mening dat de vergoeding van de accountant gebaseerd is op de declaratie van het voorgaande boekjaar en dat niet op basis van de nieuwe omstandigheden een controlebudget wordt opgebouwd. Bij 64 procent van de ondervraagden wordt het controlebudget ook nog eens overschreden en de meerderheid wordt hier ook pas acht<