
Maatschappelijk verantwoord beleggen is een concept dat in Nederland al zo’n 20 tot 25 jaar bestaat en wordt toegepast. Toch kwam het aandeel in de totale beleggingen nooit boven de vier procent uit. Een nieuw aandeelhoudersmodel kan hier verandering in brengen en werknemers, toeleveranciers en milieuorganisaties een actievere rol geven.
Dit blijkt uit het proefschrift Finance as an Instrument to a Sustainable Company van Aloy Soppe aan het Erasmus Research Institute of Management (ERIM). Doel van het onderzoek is aanzet te geven tot de ontwikkeling van duurzaam financieren als concept en als instrument, en de duurzame ondernemingsfinanciering in de literatuur te plaatsen.
Duurzame financiering
Het containerbegrip duurzaamheid is vooral ontstaan in de milieueconomische discipline. Pas de laatste decennia is het belang van duurzaamheid eveneens goed doorgedrongen in de bedrijfsethische- en managementliteratuur. Moderne ontwikkelingen op de financiële markten tonen weliswaar een toenemende belangstelling voor bijvoorbeeld maatschappelijk verantwoorde beleggingen en duurzame ontwikkeling als metabegrip, maar op het gebied van financierings- en beleggingsbeleid is dit concept matig ontwikkeld.
De onderzoeker definieert duurzame financiering als een geïnstitutionaliseerd beleid waarbij alle financiële beslissingen tot doel hebben om tot een geïntegreerde benadering van de financiële, sociale en milieudoelstellingen van de onderneming te komen.
Bestuurstransparantie is een belangrijk element van financiële duurzaamheid. Uit het onderzoek blijkt dat internationale beursgenoteerde ondernemingen met transparante governancestructuren een beter rendement behalen dan ondernemingen met een slecht georganiseerde en niet-transparante bestuursstructuur.
Style-analysis
Een stijlanalysemodel is oorspronkelijk bedoeld om de performance van fondsmanagers te meten waarvoor het noodzakelijk is om de beleggingsstijl van een bepaalde portefeuille te kennen. In het onderzoek is een typisch financieel beleggingsmodel (style-analysis) toegepast om de duurzaamheidstijl van een land of sector te meten. Hieruit blijkt dat succesvolle Amerikaanse ondernemingen meer gericht zijn op gemeenschapswaarden zoals liefdadigheid en preventie van fraude, terwijl Europese ondernemingen meer gericht zijn op transparant ondernemingsbestuur en klantgerichtheid van de organisatie. Bovendien wordt duurzaamheid gericht op de participantengroep personeel vooral doorgevoerd bij de sectoren banken en telecommunicatie.
Beleggingsmodel
In het proefschrift wordt een beleggingsmodel gepresenteerd dat volledig is gericht op de duurzame belegger. Het model biedt een hoeveelheid informatie over een bepaalde onderneming die veel flexibliteit biedt aan de duurzame belegger. Uiteindelijk zijn tien factoren afgeleid die voor de duurzame belegger als relevant keuzecriterium kunnen worden ingezet. De belegger kan de minimumscores aangeven van elk van deze factoren. De methode zoekt vervolgens via een optimaliseringsmodel de haalbaarheid van een specifieke duurzame portefeuille. Door zelf steeds verschillende beperkingen op te leggen aan bepaalde factoren (duurzaam of financieel) kan de belegger eisen stellen aan de door hem of haar beoogde duurzame portefeuille.
Arbeid, milieu en kapitaal
Het ultieme antwoord op de vraag hoe ondernemingsfinanciering kan bijdragen in de ontwikkeling van duurzaamheid in de economie, kan derhalve worden gevonden in the power of free choice. In een vrije samenleving kiezen economische agenten hun eigen waarden, waarvan er één duurzame financiering zou kunnen zijn. In de praktijk betekent dit dat een onderneming ervoor kan kiezen dat de meerderheid van de uit te geven aandelen expliciet refereert aan de belangen van de klassieke productiefactoren arbeid, milieu én kapitaal, in plaats van aan de verschaffers van kapitaal alleen.
Dit zou kunnen betekenen dat de meerderheid van de aandelen, en daarmee de zeggenschap over de onderneming, in handen zou kunnen zijn van andere participanten in de onderneming (bijvoorbeeld werknemers, milieuorganisaties en/of leveranciers). De dubbele belangen van deze participanten (bijvoorbeeld hogere<