
Nederlanders klagen graag en veel. Het is niet goed of het deugt niet. Dat is het beeld dat we van onszelf hebben. Maar klopt dat wel? In zijn nieuwe boek Leve Nederland gaat Charles Groenhuijsen op zoek naar de landgenoten die het anders en vooral beter doen dan alle sombere borrelpraat doet vermoeden. Over dromers en doorzetters, leiders en vernieuwers, helden en idealisten.
Charles Groenhuijsen, onder andere columnist van kluwermanagement.nl en kluwerfinancieelmanagement.nl, heeft een nieuw boek geschreven waarin nu eens niet de Amerikanen centraal staan, zoals in zijn twee voorgaande boeken Amerikanen zijn niet gek (Balans) en Amerikaanse Zaken (Kluwer). Moest zijn kersverse boek Leve Nederland een beetje tegenwicht geven? Groenhuijsen: “Nee hoor, dat was niet het uitgangspunt. Ik heb wegens mijn correspondentschap van de NOS tien jaar in de VS gewoond en gewerkt, nu ben ik weer meer in Nederland. Het is mij opgevallen dat we hier in Nederland een enorme grom- en bromcultuur hebben. Maar van mopperen is nog nooit iemand beter geworden! Bovendien schetsen Nederlanders vaak onnodig een negatief beeld over zichzelf en ons land. Wie echt goed om zich heen kijkt, ziet dat er ook veel positieve initiatieven worden genomen, vaak op lokaal niveau. Soms vanuit geloofsovertuiging, soms uit bevlogenheid en geëngageerdheid. We hebben vier miljoen vrijwilligers – vier miljoen! De afgelopen tien, vijftien jaar zijn de bestedingen aan liefdadigheid bovendien verdubbeld. Dan ben je toch geen onaardig volk? Het bevestigt wat ik al dacht: Nederland heeft een somber zelfbeeld, dat is niet terecht.”
Geen rocket science
En de toegenomen hufterigheid in de samenleving? Groenhuijsen: “Natuurlijk zijn er altijd wel rotzakken maar de meerderheid is o.k. Voor mijn boek heb ik heel veel enthousiaste mensen gesproken die op hun manier een steentje bijdragen aan een betere samenleving. Neem bijvoorbeeld het Oranjefonds, het huwelijkscadeau van het Nederlandse volk aan Willem-Alexander en Máxima. Dat fonds sponsort allerlei leuke initiatieven van en voor gewone mensen. Een appeltje van Oranje noemen ze dat. Nog een voorbeeld: de Johan Cruyff Foundation die sportactiviteiten organiseert voor bijvoorbeeld Marokkaanse jongeren. Met eenvoudige middelen kun je al een hoop oplossen, het is allemaal niet zo moeilijk. Echte verandering komt van onderaf, vanuit de basis, daar is geen rocket science voor nodig. De overheid ziet dat ook in door burgerinitiatieven te stimuleren en te faciliteren. Dat sluit ook aan bij de mondige burger die geen opgelegde oplossingen van de overheid accepteert.”
Rol overheid verandert
Groenhuijsen vervolgt: “De rol van de overheid is sowieso aan het veranderen. Ik voorspel dat over twintig, vijfentwintig jaar, de rol van de overheid marginaal zal zijn. Voor wat betreft de sociale zekerheid is dat ook nodig. Dat stelsel is uitgevonden toen de omstandigheden heel anders waren. Ik vind dat de overheid een vangnet moet zijn voor zieken en ouderen die het echt nodig hebben. Waarom moeten bemiddelde gepensioneerden aow ontvangen? Daar was het helemaal niet voor bedoeld! Ik wil later best meebetalen aan uitkeringen voor ouderen die het echt niet breed hebben. De verworven rechten zijn nu allemaal zo vanzelfsprekend geworden, dat willen mensen niet opgeven. Maar we zullen wel moeten veranderen, want de wereld om ons heen verandert. We worden links en rechts ingehaald door goedkoper producerende landen.
Is dat rechtse prietpraat? Nee, ik vind het juist heel progessief! Ik wil de sociale zekerheid niet opheffen, maar wel reserveren voor degenen die het echt nodig hebben. Het is nu totaal uit de hand gelopen. Weet je dat het meeste geld omgaat bij de ministeries Sociale Zaken, Volksgezondheid en Onderwijs terwijl dat ook de gebieden zijn waarop de burger de minste eigen verantwoordelijkheid heeft? Dat is toch raar? Uit onderzoek is gebleken dat Nederlanders juist op die gebieden ook de minste verandering willen. Toch zie je al een kanteling waar burgers schoorvoetend mee instemmen. Meer marktwerking in de zorg, hogere toelatingseisen voor studenten en prestatienormen, voorrang of speciale faciliteiten voor goed presterende studenten, strengere keuringen voor uitkeringen. Maar de verschillen mogen o<