
Public to private (PtP)-deals kunnen worden onderverdeeld in twee groepen: door private equity gesponsorde going private-transacties en management buy-outs waarbij het management de deal initieert zonder betrokkenheid van private equity-fondsen. De twee groepen hebben verschillende redenen om de private kant op te gaan.
Dit blijkt uit het rapport Do Private Equity Investors Take Firms Private for Different Reasons? van het Erasmus Research Institute of Management (ERIM). In het rapport wordt onderzocht welke motieven private equity-investeerders hebben als ze een public to private (PtP)-transactie doen.
Groeipotentie
De afgelopen jaren hebben private equity houses hun investeringen aanzienlijk verhoogd en tegelijkertijd hun strategie ten opzichte van de going private-markt veranderd. In de jaren tachtig van de vorige eeuw deden private equity-investeerders namelijk vaak aan hoge transacties die door het zittend management als vijandig werden beschouwd.
Vandaag de dag zien private equity-investeerders het management echter vooral als partner. Ze zijn geïnteresseerd in degelijke strategische redenen om een private deal te rechtvaardigen; een lage waardevaststelling is niet langer voldoende. Private equity-investeerders zijn dan ook op zoek naar bedrijven met een sterk fundament. De ideale kandidaat is voor hen een lange-termijnspeler met een leidend marktaandeel binnen de gedefinieerde niche en een sterk klantenbestand, een hoge groeipotentie en goede marges. Operationele verbeteringen zijn belangrijker geworden dan dat ze vóór de jaren tachtig waren.
Niet homogeen
De onderzoekers gaan ervan uit dat going private-deals die gesteund worden door een private equity house andere kenmerken hebben en om andere redenen voor private gaan dan management buy-outs die de steun van een private equity house niet hebben. Met andere woorden: de populatie van going private-bedrijven is niet homogeen als het gaat om de redenen achter de deal.
De afgelopen jaren heeft de private markt een aanzienlijke groei doorgemaakt en is ook interessanter geworden voor private equity-investeerders. Het rapport laat zien dat een hogere betrokkenheid van private equity-investeerders invloed heeft op de going private-markt. Deze investeerders hebben namelijk andere motieven om een bedrijf te benaderen dan managers tijdens een traditionele management buy-out.
Free cash flow-hypothese
De resultaten van een onderzoek onder 212 going private-transacties in het Verenigd Koninkrijk in de periode 1997 tot 2003 laten zien dat deals die worden gesteund door private equity op vier manieren verschillen van deals die worden gesteund door het management zonder enige steun van private equity. Allereerst is, ondanks het feit dat beide soorten deals lijden onder onderwaardering van de markt, de kans op mispricing groter voor door management gesponsorde deals.
Ten tweede lijden alleen door management gesponsorde deals onder een lage financiële zichtbaarheid, aangezien zowel de dekking van hun aandelenanalist als de handelsfrequentie laag zijn.
Ten derde lijkt de free cash flow-hypothese van Jensen niet toegepast te kunnen worden op door private equity gesponsorde deals, aangezien ze een tekort hebben aan cash en ze hoge dividenden moeten betalen. Ten slotte verschillen de twee soorten deals in eigenaarstructuur. Door private equity gesteunde deals lijken vaker eigendom te zijn van financiële instellingen en hun eigendom is minder geconcentreerd.
* * *
Bent u geïnteresseerd in meer actuele onderzoeken op uw vakgebied? Surf dan eens naar de Kluwer Research Base.
<