
Per 1 januari 2007 heeft de nieuwe Pensioenwet de meer dan vijftig jaar oude Pensioen- en Spaarfondsenwet vervangen. Daardoor is er sedertdien één wet voor zowel pensioenfondsen als verzekeraars. De Pensioenwet heeft inmiddels voor een behoorlijke aardverschuiving gezorgd in Nederland pensioenland. De traditionele verantwoordlijkheden voor de uitvoering van pensioenregelingen zijn verlegd. De pensioenuitvoerders zullen meer en anders dan ooit het geval was, moeten gaan communiceren met deelnemers aan pensioenregelingen en krijgen een uitgebreide zorgplicht.
Wij geven u een kort overzicht van zaken die per 1 januari 2008 geregeld moeten zijn en die als belangrijkste aandachtspunten voor werkgevers en pensioenuitvoerders gelden in 2007.
- Regelingen die voorzien in een uitkering op de pensioendatum in beleggingsunits moeten worden aangepast: aanspraken die tot die datum zijn opgebouwd, vallen nog wel onder de Pensioenwet; aanspraken die daarna worden opgebouwd genieten niet meer de bescherming van de Pensioenwet.
- De uitkeringen, het verzekerde kapitaal en de premie moeten worden uitgedrukt in euro’s: de uitbetaling van de uitkering mag overigens nog steeds in een andere valuta plaatsvinden.
- De DGA moet kiezen voor óf eigen beheer, óf verzekeren.
- Voor de pensioenregelingen van actieve deelnemers moet de pensioenregeling worden ingedeeld op basis van de zogenoemde karakters die gedefinieerd zijn in de Pensioenwet, en worden de pensioenovereenkomsten van kracht.
- De maximale toetredingsleeftijd in de pensioenregeling moet 21 jaar zijn: werknemers die op de datum van inwerkingtreding van de Pensioenwet als gevolg van hun leeftijd nog géén 21 jaar zijn, gaan pas pensioenaanspraken verwerven één jaar ná inwerkingtreding van de Pensioenwet.
- De (bestaande reglementaire) verschillen tussen gehuwden, geregistreerde partners en niet-gehuwde en niet-geregistreerde partners moeten verdwenen zijn en er mogen geen verschillen meer bestaan tussen de wijze van financieren van de aanspraken.
- De uitvoeringsovereenkomsten moeten volledig voldoen aan de bepalingen van de Pensioenwet.
- Omdat een aantal bepalingen in de zogenoemde startbrief pas per 1 januari 2008 geregeld hoeven te zijn, geldt de verstrekking van de startbrief aan nieuwe deelnemers pas per die datum: bestaande deelnemers moeten, als hun regeling in 2007 wordt aangepast, conform de bepalingen van de Pensioenwet, binnen drie maanden na deze wijziging worden geïnformeerd.
- De regels inzake de (minimale) informatieverstrekking moeten geïmplementeerd zijn door/bij de pensioenuitvoerders.
- Er moet overleg zijn geweest tussen de pensioenuitvoerders en de werkgevers over het opstellen van het pensioenreglement.
- De pensioenuitvoerders moeten op grond van de in de Pensioenwet geformuleerde ‘zorgplicht’ de grenzen bepalen waarbinnen deelnemers aan een premieovereenkomst met beleggingsvrijheid kunnen beleggen: die grenzen worden van toepassing op het belegd kapitaal/vermogen per 1 januari 2008 alsmede op de premies voor 2008 en verdere jaren.
- De, veelal in de pensioenbrief opgenomen, financieringsbepalingen voor de bestaande zogenoemde C-polissen moeten aangepast zijn.
Nog een aantal praktische tips:
- Inventariseer welke pensioenregelingen u heeft: denk daarbij vooral aan de uitzonderingen die in het verleden gecreëerd zijn op het gebied van individuele pensioentoezeggingen.
- Check met uw adviseur óf en in hoeverre deze uitzonderingen qua uitvoering en financiering overeenstemmen met de onder de Pensioenwet toegestane en zogenoemde ‘karakters’.
- Overleg met uw adviseur hoe u deze uitzonderingen gaat aanpakken.
- Stel met uw adviseur en uitvoerder een tijdspad op waarlangs de noodzakelijke wijzigingen worden doorgevoerd.
- Inventariseer de gevolgen van de Pensioenwet voor uw indexatiebeleid.
- Inventariseer hetgeen u in de arbeidsovereenkomst(en) van uw medewerker(s) heeft opgenomen met betrekking tot pensioen en pas indien nodig de redactie aan.
- Voor zover er nog geen eenzijdig wijzigingsbeding is opgenomen in de arbeidsovereenkomst, overweeg om dit alsnog te doen.
- Communiceer in een vroeg stadium met uw medewerkers, met name met de ondernemingsraad als deze van toepassing is, over hetgeen er te gebeuren staat.
- Als er sprake is van een ondernemingsraad, betrek hen bij het proces en zorg dat zij kennis van de materie verwerven, bijvoorbeeld door hen naar een seminar of een opleiding ter zake te sturen: he<
Volg CMWeb op LinkedIn!