
Met de totstandkoming van de Single Euro Payments Area (SEPA) wordt beoogd in Europa één ‘betaalruimte’ te creëren, waarbinnen eurobetalingen (giro- of bankoverschrijving), direct debit (incasso) en betaalkaarten overal op een vergelijkbare manier functioneren, zowel grensoverschrijdend als binnen één land. De nu nog sterk gefragmenteerde betaalmarkt van Europa, met vooral nationale systemen en producten, zal er heel anders uit gaan zien, zowel voor consumenten als voor bedrijven – en zeker voor de banken. Maar er moet nog heel wat gebeuren.
Door: Bert Minke
A.W. Minke CIN (bert@minke.nu) is informatietolk bij Pragma Consultants BV
Wie denkt, dat de euro vanaf zijn introductie gezorgd heeft voor standaardisatie en stroomlijning van het betalingsverkeer in de twaalf eerste eurolanden, heeft het bij het verkeerde eind. Nog steeds bleven er twaalf nationale markten, met veel uiteenlopende betaalproducten en grote verschillen in de afwikkelingsstructuren. De betaalcheques zijn in Nederland bijvoorbeeld al volledig verdwenen, maar in de mediterrane landen dwarrelen ze nog vrolijk rond.
Grensoverschrijdend betalingsverkeer is nog maar nauwelijks gemakkelijker, efficiënter of goedkoper geworden, juridische en technische barrières staan nog fier overeind.
Met SEPA wordt gepoogd, in samenhang met het NLF (New Legal Framework), de voorwaarden te scheppen voor één enkele, geïntegreerde euro-betaalmarkt, gericht op eerlijke concurrentie tussen aanbieders van betaaldiensten, bescherming van consumenten en verbetering van de doelmatigheid. Daardoor moet Europa de strijd met de grote boze buitenwereld aankunnen, en SEPA is dan ook één van de speerpunten geworden van de Lissabon agenda die het concurrentievermogen van de EU moet versterken.
Maar Europa zou zichzelf verloochenen als er niet al meteen herrie in de tent zou zijn, en die is er dus ook, want er zijn maar liefst drie verschillende definities van SEPA: van de Europese Commissie die uitgaat van de eigen politieke agenda, van de ECB en de nationale banken die politieke bemoeienis uit de buurt willen houden en van de circa 8.000 banken verenigd in de EPC die de spelregels voor onderlinge concurrentie liever zelf willen bepalen. Toch begint SEPA, ondanks die voor ons continent zo typerende spraakverwarring, best wel aardig op te schieten.
De wet van de remmende voorsprong
Dat alleen een gefaseerde aanpak kan leiden tot het uiteindelijk bereiken van één Europese ‘betaalruimte’ zal geen verbazing wekken, want het betreft een nogal complexe materie. Stap één, nu in volle gang, betreft vooral de benodigde wet- en regelgeving. De drie genoemde strijdende en ten dele samenwerkende partijen zijn daar druk mee bezig en vorderen gestaag. De Europese Commissie had al de Bolkestein Verordening (Verordening 2560 uit 2001) over grensoverschrijdende betalingen in euro’s. Daarnaast hebben we de FATF-7 richtlijn die bepaalt welke informatie bij de betaling moet worden gevoegd (per 1 januari 2007, waarbij vooral het IBAN-rekeningnummer ofwel International Bank Account Number en de BIC, de Bank Identifier Code, een rol spelen) en dan is er ook nog de e-Money richtlijn en het New Legal Framework dat dit jaar rond komt. De Europese Centrale Bank ontwikkelt intussen een nieuwe pan-Europese back-office voor betalingen tussen banken onderling, Target2 geheten, en de banken bouwen binnen de EPC de standaarden voor overschrijven en incasseren, door het invullen van de benodigde Rulebooks.
In 2008 moet het dan zover zijn: alle banken kunnen dan betalingen in EPC-formaat verwerken, terwijl de eerste commercieel vooroplopende banken producten en diensten gaan aanbieden, passend binnen de EPC-afspraken. Dan gaat het om overboekingen (SEPA Credit Transfer), incassomachtigingen (SEPA Direct Debit) en betaalpassen (SEPA Cards Framework).Het lijkt nog heel ver weg, maar over iets meer dan slechts 1.200 dagen, eind 2010 dus, zullen nagenoeg alle banken vervolgens betaalproducten en -diensten gaan bieden die op de EPC-afspraken zijn gebaseerd en zullen nationale betaalproducten geleidelijk uitsterven en in het familiegraf terecht komen waar zich nu al onze vroegere betaalcheques bevinden. Nou ja, ze worden uitgefaseerd dus.
Belangrijkste verschillen
Ten opzichte van de huidige situatie zijn de verschillen bij overschrijvingen onder meer dat in de nieuwe situatie de verwerking volledig automatisch is. De verwerkingsduur is daardoor maximaal drie in plaats van vijf dagen. IBAN- en BIC-codes zijn nodig. De omschrijvingsinformatie wordt beperkt tot 2×35 posities. Uitwisselin<