
Eerlijke en accurate publicatie van financiële verslaggeving is belangrijk omdat het bijdraagt aan de afstemming van de belangen van zowel interne als externe partijen. De objectiviteit en onafhankelijkheid van verslaglegging is echter moeilijk te handhaven, omdat de rapporteurs worden verblind door CEO’s met te veel zelfvertrouwen. De druk voor korte-termijnwinst is erg groot, een reden voor analisten om zich te richten zich op factoren die op korte termijn van invloed zijn op het bedrijf.
Tekst: Hugo Louter, LionesRiding a Tiger without Being Eaten: How Companies and Analysts Tame Financial Restatements and Influence Corporate Reputation.
Restatements
Wanneer fundamentele fouten worden geconstateerd, moeten eerder gepubliceerde jaarstukken worden gecorrigeerd. In het begin van de jaren 2000 nam het aantal zogeheten restatements sterk toe: van ongeveer maximaal 200 in de jaren 1990 tot meer dan 1.500 in 2006. Gertsen betoogt dat deze sterke toename wordt gevoed door twee samenhangende fenomenen. Enerzijds nam de druk op bedrijven sterk toe om eerder gepubliceerde omzet- en winstverwachtingen te realiseren. Anderzijds zorgden sterk overdreven beloningspakketten van bestuurders ervoor dat de belangen van de onderneming op lange termijn werden verkwanseld aan kortzichtige winstmaximalisatie.
Agency problem
Het ‘agency problem’ stak bij het ontstaan van de problemen hernieuwd de kop op. Dit probleem wordt veroorzaakt door belangenconflicten tussen de eigenaren van een onderneming, de aandeelhouders, en de managers. Eerstgenoemden delegeren de bestuurstaken aan het management en staan op redelijk grote afstand van de dagelijkse gang van zaken en ontvangen beperkte informatie van het management. Grip op het management om de eigen belangen te behartigen ontbreekt dus grotendeels bij aandeelhouders.
Gatekeepers
Gertzen stelt vast dat een batterij aan ‘poortwachters’ (gatekeepers) niet voldoende is om het agency problem te vermijden. Sterker nog, de poortwachters laten zich al te eenvoudig ringeloren door de dominante managers. Zij falen in hun taak om creatief boekhoudende managers op tijd af te remmen en bij te sturen. Hoe kunnen deze poortwachters de bestuurders nu toch behoeden voor de reputatieschade die een restatement met zich meebrengt?
Ontvankelijkheid voor foutieve rapportages
Uit kwalitatief onderzoek blijkt dat sommige organisaties ontvankelijker zijn voor foutieve rapportages. Met behulp van een coderingsprotocol analyseerde Gertzen ongeveer 5.000 communicatieve uitingen van ondernemingen die betrokken zijn geraakt bij een boekhoudschandaal. De inhoudanalyse richt zich op de persberichten van die ondernemingen en analyseerde ook wat analisten daarover schrijven in hun rapporten. Een derde bron van analyse zijn de transcripts van de conference calls tussen bestuurders en de analisten die de onderneming volgen. De studie stelt vast dat er een aantal krachten zijn waarmee in boekhoudschandalen rekening gehouden dient te worden om bovenmatige reputatieschade te beperken. Deze krachten bestaan uit: het in diskrediet geraken van het topmanagement; leemtes in de begripsruimten over boekhoudschandalen; het ‘topje-van-de-ijsberg’ effect; communicatieve verlammingverschijnselen en het langs elkaar lopen van bestuurders en poortwachters.
Oplossingen
De onderzoeker vervolgt met het aanreiken van methoden en technieken om deze krachten te neutraliseren. Onderdeel van herstelpogingen van reputaties moet altijd zijn: het boekhoudschandaal onderkennen en toegeven, precies aangeven hoe diep en omvangrijk het probleem is, verantwoordelijkheid nemen, excuses aanbieden, en als laatste open en oprecht de boodschap brengen. Daarnaast vraagt de markt om acties op het gebied van interne controle en corporate governance. Deze eerste studie op basis van dertien ondernemingen in de VS en Europa eindigt met twee case studies. Gertzen analyseerde hoe Freddie Mac en Nortel omgingen met hun boekhoudkundig falen en stelt vast dat Freddie Mac de aanbevelingen uit de studie beter had gevolgd dan Nortel. De praktijkcases verstrekken managers beter inzicht in restatement crises.
Verblinding
Met een kwantitatief onderzoek brengt Gertsen voorts in kaart hoe analisten die een onderneming met een verborgen boekhoudschandaal volgen, reageren op het gedrag van de CEO. Mede op grond van literatuurstudie en bevindingen uit de eerste studie stelt hij een model op van oorzaken en gevolgen betreffende de percepties van analisten over de druk op, en het gedrag van CEOs voor en na een boekhoudschandaal. Verondersteld wordt dat analisten aan de bel zullen trekken wanneer zij zien dat managers de verleiding niet kunnen weerstaan om boekhoudregels verkeerd toe te passen. Hetzelfde geldt voor de te hoge ‘executive job demands’: als de strategische doelstellingen van de CEO te hoog zijn gegrepen, zouden analisten ervan uit moeten gaan dat vroeg of laat de CEO zichzelf in de problemen brengt. Niets is echter minder waar. Analisten worden meegenomen door een overmoedige en zichzelf overschattende CEO en komen terecht in ‘positivity bias’. Gevolg is dat ze een zekere mate van blindheid vertonen voor het dreigende boekhoudgevaar. Strijdig met de verwachting beoordelen analisten CEO gedrag juist positiever in de periode voor de restatement naarmate de druk om te presteren als groter wordt gezien. Met andere woorden: hoe groter de druk om winst te manipuleren des te positiever de analisten zijn gestemd over het gedrag van de CEO.
Tip: Kluwer Research Base
U vindt dit onderzoek hier in de Kluwer Research Base (of zoek op trefwoord ‘analisten’). In deze databank vindt u nog meer interessante, voor financials relevante onderzoeken, vaak gratis.