
Waren bedrijven vorig jaar vooral nog bezorgd over de stijgende kosten van lenen, eind 2009 blijkt dat dit focuspunt aan aandacht heeft verloren: cashmanagement staat nu bovenaan de agenda. Dit is het gevolg van veranderende eisen die rating agencies, analisten en, bovenal aandeelhouders, stellen. Ook is het een gevolg van de kredietcrisis, die ervoor heeft gezorgd dat banken voorzichtiger omgaan met het lenen van geld. Eerst wordt gekeken of bedrijven hun eigen geldvoorraad wel goed inzetten, alvorens een lening wordt verschaft. Dit schrijft KPMG in het rapport Cash is back in fashion, but is it here to stay?
Vorig jaar meldde negentien procent van de 350 mondiaal ondervraagde CFO's dat de voornaamste trigger om zich op cash te richten, de aandeelhouders waren. In 2009 steeg dit percentage aanzienlijk, liefst 54 procent noemt nu de belanghebbenden als belangrijkste drijfveer in dit proces. Voorlopig zal deze focus toenemen, zeker wanneer de liquiditeit afneemt zoals de CFO's verwachten. De tijden dat alles in orde was als het er op papier goed uitzag, zijn voorbij. Als gevolg hiervan noemt 58 procent van de ondervraagden cashflow nu als zeer belangrijk voor hun bedrijf en 28 procent noemt het zelfs de topprioriteit. Eenzelfde percentage noemt werkkapitaal topprioriteit; 63 procent noemt dit als een van de topprioriteiten. Aandeelhouders zijn ook weer niet de enige reden voor bedrijven om zich op cash te richten: 63 procent van de ondervraagden zegt bijvoorbeeld dat als de crisis aanhoudt, ze zullen moeten gaan snijden in hun kapitaaluitgaven.
Cashflow inschatten
Bedrijven zullen zich in 2010 en 2011 moeten gaan richten op tekenen van herstel van de economie. Een passende reactie is nodig, niet in de laatste plaats ten aanzien van de cashflow. Voorspellingen van de cashflow zijn hierbij belangrijk, maar niet eenvoudig door de hevig schommelende verkoopcijfers in veel branches. In 2008 zat 86 procent van de bedrijven er naast met hun voorspellingen, in 2007 was dit 72 procent. Een derde van de bedrijven week hiervan twintig procent of meer af. Dat wordt lang niet altijd veroorzaakt door de fluctuerende markt. De meest voorkomende reden voor incorrecte voorspellingen zijn het niet afstemmen van activiteiten en hoofdfuncties op elkaar en het niet implementeren van een goed governanceproces. Het is dus niet zozeer de CFO of zijn ondergeschikten die hier de fout in gaan, maar de beleidsmakers (aldus de CFO's).
Werkkapitaal
Als gevolg van bemoeilijkte leenomstandigheden wordt het werkkapitaal aangesproken om geld vrij te maken. Eind 2008 had 37 procent van de ondervraagde CFO's in KPMG's onderzoek naar cashmanagement een plan opgesteld om het werkkapitaal te verbeteren. Eind 2009 is dit ruim de helft van de 350 aan dit onderzoek deelnemende CFO's uit de Verenigde Staten en Europa. Toch zijn de respondenten niet erg positief over het werkkapitaal op korte termijn: de meerderheid verwacht dat er in 2010 geen verbetering op zal treden op dit vlak. Daarmee wordt een neerwaartse trend ingezet; dit jaar merkte 41 procent van de bedrijven al dat hun werkkapitaal verslechterde.
Reacties bedrijven op verslechterde omstandigheden
Om de heftige fluctuaties op te vangen, wenden bedrijven zich massaal tot lean manufacturing. Zo is voorraadmanagement een manier om minder voorraden op te hoeven slaan en gelijke tred te houden met marktontwikkelingen. Bedrijven zijn ook bezig hun debiteurenbeleid aan te passen. Van de ondervraagden is 41 procent bang voor financiële problemen bij klanten, verwacht 55 procent dat het aantal rekeningen dat nooit betaald zal worden flink zal oplopen in 2010 en denkt 63 procent dat klanten flexibelere betalingsregelingen zullen eisen in het nieuwe jaar. Het is dus niet voor niets dat 47 procent van de ondervraagden oprekkende betalingstermijnen als grootste gevaar voor het werkkapitaal zien. Bedrijven proberen daarom selectiever te zijn in het verkopen: mensen die geen geld hebben moet het ook niet mogelijk gemaakt worden om aankopen te doen die ze nooit af zullen betalen.
Kleine bedrijven de sigaar
Ook bedrijven zijn soms net consumenten. Kleine bedrijven ervaren hetzelfde als hun klanten: ze betalen later en hebben het financieel zwaar. In tegenstelling tot grote bedrijven, die ook niet houden van snel betalen, merken de kleine bedrijven hier echter de gevolgen van. Leveranciers zijn veel sneller geneigd hen als klant te schrappen wanneer betalingen te lang op zich laten wachten. Ook zijn zij veel meer geld kwijt aan het verhalen van niet-betaalde rekeningen. Niet alleen hebben zij minder schaalvoordelen bij het inzetten van bijvoorbeeld incassobureaus, maar ook hebben zij minder geld achter de hand om lang op hun geld te kunnen wachten. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de kleine bedrijven pessimistischer zijn over de toekomst dan grote. Slechts 37 procent voorziet op korte termijn een verbetering van het werkkapitaal. Ook wanneer de zon economisch weer gaat schijnen, hebben kleine bedrijven voorlopig nog een nat pak; het is alleszins mogelijk dat bij een aantrekkende economie kleine bedrijven opnieuw geconfronteerd zullen worden met financieringsproblemen.
* * *
Tip: Kluwer Research Base
Het volledige rapport van KPMG vindt u hier.
U kunt ook zoeken in de Kluwer Research Base op cash. In deze databanken vindt u voor financials relevante onderzoeken, veelal gratis.