Léon de Caluwé schetst een caleidoscopisch overzicht van alle interventiemogelijkheden (inclusief zijn eigen kleurenbenadering), plus de onderliggende verschillen in benadering, mensbeeld en aanpak, om veranderaars te helpen bij een weloverwogen keuze in de vorm van een samenhangend interventieplan.
Een interventie is: één of een serie geplande veranderingsactiviteiten die erop gericht zijn de effectiviteit van een organisatie te helpen vergroten.Een aantal interventies samen, naast elkaar of na elkaar, vormen een interventieplan.
Bouwstenen
Elke interventie kent idealiter zes ‘bouwstenen': historie, uitkomst, rollen, fasen, communicatie en evaluatie.
– De historie is de interventies of gebeurtenissen die aan de interventie voorafgingen; de context waarin de interventie plaatsvindt. Het is ook de aanleiding: geen enkele interventie komt uit de lucht vallen.
– De uitkomst gaat over wat we willen bereiken. Wat zijn de beoogde effecten? Wat willen we direct bereiken? Welke condities willen we scheppen?
– Rollen gaan over wie coördineert of stuurt. Over wie de slachtoffers zijn. Wie staan op de tribune en zijn toeschouwers?
– Fasen gaan over de ordening in stappen of deelprocessen. Wat komt eerst en wat komt later?
– Communicatie en betekenisgeving. Mensen praten erover; zij ontvangen en zenden boodschappen. Hoe betrek je mensen? Hoe geven ze betekenis aan wat er gebeurt?
– En ten slotte evaluatie. Hoe sturen we? Hoe stellen we bij? Wat steken we ervan op?
Ordening
Interventies worden geordend op drie dimensies.
1. De eerste ordening is naar het object van de interventie: individu, groep, organisaties of samenwerkende organisaties. Bijvoorbeeld: het ontwikkelen van zelfkennis is een interventie gericht op een individu.
2. De tweede ordening gaat over de werkzame bestanddelen en de effectiviteitscriteria van de interventies. Hier worden de zogenaamde veranderkleuren gebruikt (zie tabel ‘Gekleurde effectiviteits- en succescriteria').
- Gele interventies maken gebruik van macht en van mechanismen van macht.
- Blauwe interventies hebben rationaliteit in zich. Alles moet duidelijk helder en aangetoond zijn. Het gaat dan om projectmanagement, controleren, auditing en structureren.
- Rode interventies hebben het aspect van verleiden, stimuleren, belonen en straffen in zich. Het doet beroep op cohesie en wijgevoel.
- Groene interventies hebben als werkzaam bestanddeel: leren en ontwikkelen.
- Witte interventies doen een beroep op de durf, het ondernemend vermogen, de energie, vitaliteit van mensen. Het creëert zelfsturing.
3. De derde ordening gaat over de achterliggende denkpatronen die ten grondslag liggen aan de interventies. Daarbij worden vier veranderkundige benaderingen verbonden aan de erbij horende basisveronderstellingen over de mens en de relatie tussen de mens en zijn omgeving.
- De functionele benadering streeft naar een ordelijke en voorspelbare wereld. Ze kennen interventies die beproefd en onderzocht zijn en die worden beschreven in protocollen en stappenplannen. Een voorbeeld van een interventie is: het bedenken van een nieuwe strategie voor een organisatie.
- De radicale benadering richt het oog op conflicten en belangentegenstellingen. Netjes en ordentelijk omgaan met macht en machtsverschillen, het in balans houden van machtscentra, balans zoeken in macht, coalities en compromissen maken. Dat zijn de kernideeën. Een voorbeeld van een interventie is: het creëren van tijdsdruk of een gevoel van urgentie.
- Bij de humanistische benadering willen mensen zelf actie ondernemen om radicaal de eigen omstandigheden te verbeteren. Mensen bevrijden van bronnen van overheersing van vervreemding en onderdrukking is hier het ideaal. Conflicten zijn gezond en horen erbij. Een voorbeeld van een interventie is: het zoeken van een gelijkwaardige dialoog en onderzoek op basis van onderling vertrouwen.
- De interpretatieve benadering ziet mensen die zoeken naar de waarheid vanuit subjectieve ervaringen en waarnemingen. Mensen construeren de werkelijkheid zelf in interactie. Gedeelde betekenisgeving ontstaat door processen van leren, reflecteren en handelen. Een voorbeeld van een interventie is: introspectie ten einde de eigen veronderstellingen en vooroordelen op het spoor te komen en te vermijden.
Toelichting: Gekleurde effectiviteits- en succescriteria
Geel
Draagvlak is aanwezig.
We zijn het eens: er is consensus.
We hebben elkaar kunnen vinden.
De sleutelfiguren staan erachter.
Harde afspraken, een goede ‘deal'.
Geen verzet (meer).
Blauw
De output is gehaald.
Het plan is gevolgd.
Het is meer efficiënt/effectief.
Het is duidelijk.
Grip op de materie.
Verantwoordelijkheden zijn helder.
Rood
Mensen voelen zich verbonden / thuis.
Mensen voelen zich serieus genomen en gewaardeerd.
We kunnen mensen perspectief bieden.
De sfeer is goed; men is trots.
De ontwikkeling van mensen brengt onze organisatie verder.
Goede samenwerking.
Groen
Mensen experimenteren en onderzoeken.
Mensen vragen om feedback.
De deuren en ramen staan open.
Mensen willen leren en reflecteren.
Mensen verleggen hun grenzen.
De goede voorbeelden worden gedeeld.
Wit
Mensen spelen in op nieuwe situaties.
Er is ondernemerschap.
Mensen willen weer.
Mensen organiseren zichzelf dwars over afdelingsmuurtjes heen.
Er zit energie/leven in.
Dingen hebben een heel andere betekenis dan voorheen.
Dit artikel is een samenvatting van het artikel ‘Interveniëren doe je zo' van de hand van prof. dr. L.I.A de Caluwé. Het is verschenen in Finance & Control, 9e jaargang, nr 3, juni 2010, blz. 28-30.