
Het is dezelfde traditie als het eten van oliebollen, die u bij het lezen van deze bijdrage al lang weer op hebt. Aan het eind van een jaar krijgen de dames en heren goeroes de vraag wat ze van het volgende jaar verwachten. In mijn geval gaat het over de economie, bij anderen over de ontwikkeling van de visstand of voetbal. Vaak zijn de antwoorden heel voorspelbaar. Beleggingsanalisten vertellen je dat de koersen het volgende jaar tussen de 10 en 15 procent zullen stijgen en economen voorspellen een lastig jaar. Ik zal proberen iets preciezer en concreter te zijn.
Dat de economie 2009 doorkwam, mocht een wonder heten. Nadat in 2008 het financiële systeem bijna instortte, pakten zich voor 2009 donker wolken samen aan de horizon. Onze economie zou in 2009 met meer dan 5 procent krimpen, de werkloosheid zou oplopen tot meer dan 10 procent en ook de vooruitzichten voor 2010 waren zeer somber. Het werd alleen allemaal veel minder erg dan verwacht. Al gedurende 2009 begonnen de financiële markten met een sterk herstel. De aandelenkoersen waren in maart 2009 tot een zeer laag niveau gedaald, maar daarna vlogen de koersen omhoog. Deze koersexplosie was de voorbode van een onverwacht snel herstel van de economie. Al in de tweede helft van 2009 kwamen, zij het heel erg langzaam, de meeste grote landen uit de extreem diepe recessie.
Het jaar 2010 begon met redelijk goede verwachtingen. Het krachtige ingrijpen van de overheden en centrale banken had immers gewerkt. In landen zoals Nederland en Duitsland begon de werkloosheid alweer te dalen. Dat kwam vooral door de goed groeiende exporten naar China en andere opkomende landen. Het waren de emerging markets die de wereldeconomie in 2010 verder uit het slop trokken. Er was geen sprake van nog meer ongelukken in het bankwezen, de groei herstelde redelijk en de werkloosheid explodeerde niet. Tot zover het goede nieuws. Het verwachte drama kwam niet. Toch blijft de economie behoorlijk in de gevarenzone zitten.
Wat zijn daarvan de oorzaken? In Europa manifesteerde zich in 2010 een al veel langer verwacht probleem. De zwakke broeders in Euroland zakten door het ijs. De recessie had tot gevolg dat het toch al veel te hoge tekort van Griekenland volledig uit de hand liep. Het werd ook nog eens duidelijk dat de Grieken met hun statistieken gerommeld hadden. Nu kwam dat niet echt als een verrassing, maar het was allemaal veel erger dan verwacht. Hetzelfde gold ook voor Ierland. Door de financiële crisis zakten de belastinginkomsten van dit land in elkaar, terwijl de extreme vastgoedspeculatie aan zijn einde kwam. Dat is op zichzelf al erg, maar het is nog veel erger dat daardoor ook grote landen zoals Italië en Spanje mogelijk in de problemen komen. Europa staat voor een dilemma. Er zou hard bezuinigd moeten worden, maar dat is weer slecht voor de economie. Door deze landen te steunen, geven de landen die zich wel aan de afspraken hebben gehouden feitelijk een cadeautje aan de overtreders.
Ook in de VS blijft de economie zich moeizaam ontwikkelen. De overheid spant zich buitengewoon in om de economie te stimuleren. De overheid stimuleert met extra uitgaven en de centrale bank prompt grote bedragen in de economie door overheidsobligaties op te kopen. Het mag allemaal niet helpen. Vooral de Amerikaanse arbeidsmarkt blijft zich zeer moeizaam ontwikkelen. Dat heeft twee oorzaken. Het bedrijfsleven saneert zeer hardhandig om de winstgevendheid op peil te houden. Dat lukt, maar het gaat ten koste van de werkgelegenheid. De Amerikaanse consument blijft vooralsnog zeer terughoudend met extra uitgaven. Voorlopig zetten de Amerikanen in op het aflossen van de schuldenberg die ze de laatste jaren hebben opgebouwd. Dat vertraagt het herstel uiteraard.
Het beleid dat de autoriteiten in zowel de VS als Europa voeren is risicovol. Omdat er op grote schaal overheidsobligaties worden gekocht, neemt de kans op inflatie toe. Vroeg of laat zal dat beleid teruggedraaid moeten worden. Dat stelt de beleidsmakers voor lastige keuzes. Gaan ze te vroeg remmen, dan zakt de groei weer in, doen ze het te laat, dan kan de inflatie weer uit de hand lopen. Dat is een delicaat evenwicht. Achter al deze problemen schuilt een nog veel groter probleem.
Landen als China hebben enorme overschotten op hun betalingsbalans. Daarmee financieren ze de Amerikaanse tekorten. Als ze daarmee stoppen, dan is de ramp niet te overzien. Het is deze spanning die in 2011 zich zal laten gelden. De echte problemen zullen aangepakt moeten worden. Zolang dat niet gebeurt, blijft het tobben. De groei zal laag blijven en de angst voor schokken zal blijven regeren.
Auteur: prof.dr. Jaap Koelewijn
Deze column is eerder gepubliceerd in Tijdschrift Controlling 2011, afl. 1/2