
Technologische ontwikkelingen bieden bedrijven unieke mogelijkheden voor uitbreiding van hun internationale activiteiten. Hoewel bedrijven al decennia lang bedrijfsactiviteiten naar het buitenland verplaatsen, is offshoring een nieuwe internationale strategie, waarbij een onderdeel van de waardeketen naar het buitenland wordt verplaatst.
De activiteiten kunnen worden verplaatst naar een derde partij, het zogenaamde offshore outsourcen, of in eigen beheer worden gehouden, het captive offshoren. Bedrijven offshoren om te profiteren van lagere kosten en om toegang te krijgen tot geschikt personeel en nieuwe technologieën, maar ook om te groeien, nieuwe markten te betreden en toegang te krijgen tot technologieën.
Marja Roza van de Erasmus Universiteit Rotterdam deed onderzoek naar offshoring. Roza onderzocht onder meer de verschillende motieven (strategische kenmerken) voor offshoring, bijvoorbeeld kosten en resources. Ook werden de organisatie-kenmerken van de offshoring-strategie bekeken, en werd de invloed van de offshoring-strategie op het bedrijfsresultaat onderzocht.
Daarnaast bestudeerde Roza de rol van ondernemingsvaardigheden met betrekking tot offshoring en werd er aandacht besteed aan de vraag hoe een offshoring strategie kan worden gebruikt door bedrijven met een verschillende bedrijfsgrootte en groeiende bedrijven. De resultaten van het onderzoek zijn gepubliceerd in de thesis The Relationship between Offshoring Strategies and Firm Performance: Impact of Innovation, Absorptive Capacity and Firm Size.
Multi-dimensionele strategie
Offshoring is een multi-dimensionele strategie die kan worden gebruikt voor het realiseren van kostenvoordelen, het verkrijgen van toegang tot arbeidskrachten en toetreding tot nieuwe markten. Het onderzoek laat zien dat kleine ondernemingen kostenvoordelen kunnen realiseren, terwijl grote ondernemingen kosten- en resource-voordelen behalen. Middelgrote bedrijven kunnen overwegen offshoring als kosten-, resource-, en entrepreneurial-strategie toe te passen.
Duidelijke strategische doelstellingen, keuzes ten aanzien van functie, eigendomsstructuur en locatie (de organisatie-kenmerken) en ondernemingsvaardigheden stellen bedrijven in staat hun offshoring-strategie te laten bijdragen aan het realiseren van de algehele ondernemingsstrategie.
Kleinere ondernemingen verplaatsen relatief veel engineering, R&D en product ontwerp-functies. Middelgrote bedrijven offshoren relatief veel naar nabijgelegen landen. De eigendomsstructuur verschilt niet als gevolg van ondernemingsomvang. Kleinere bedrijven zien zichzelf dus niet beperkt door de vaak genoemde nadelen van hun ondernemingsomvang.
Concurrentiepositie
Managers van grote bedrijven (meer dan honderd werknemers) stellen dat offshoring-strategieën invloed hebben op hun concurrentiepositie. De offshoring van kern- en niet-kernactiviteiten en het gebruik van verschillende eigendomsstructuren (in eigen beheer en uitbesteden) zijn onderzocht. De
combinatie van verschillende type activiteiten heeft een negatieve invloed, terwijl de combinatie van
eigendomsstructuren juist een positieve werking heeft.
Deze laatste is alleen aanwezig als een bedrijf vaardigheden op het gebied van proces innovatie heeft opgedaan. Dit laat zien dat een offshoring-strategie mede wordt bepaald door reeds bestaande vaardigheden van een onderneming om de strategie tot een succes te maken.
Aanvullend laat de studie zien dat de concurrentiekracht alleen verhoogd kan worden door het realiseren van kostenvoordelen. De toegang tot resources in internationale markten leidt (nog) niet tot versteviging van de concurrentiepositie.
Absorptive capacity
Het management van groeiende bedrijven kan groei versnellen door het offshoren van kernactiviteiten. Bij de onderzochte bedrijven zorgt outsourcing (uitbesteden) ook voor extra ondernemingsgroei mits de onderneming zogenaamde absorptive capacity bezit. Dit is het vermogen om kennis en vaardigheden van de buitenlandse locatie(s) te integreren in de bedrijfsvoering.
Het verdient daarom de aanbeveling om deze absorptive capacity te ontwikkelen en via een offshoring strategie in te zetten om ondernemingsgroei te faciliteren. Op deze wijze kan kennis aanwezig op internationale locaties gebruikt worden om de bedrijfsvoering te verbeteren. Daarnaast zorgen kostenargumenten en entrepreneurial motieven voor ondernemingsgroei.
Farshoren versus nearshoren
Ook voor offshoring-strategieën is het van belang vast te stellen op welke wijze bedrijven deze
strategie in de tijd toepassen. De resultaten laten zien dat pas in de loop der tijd de kans dat bedrijven farshoren (werkzaamheden laten uitvoeren in verre (lage lonen) landen) groter wordt, en dat er dus eerst relatief vaker nearshoring (waarbij de werkzaamheden worden verplaatst naar landen die zich relatief dichter in de buurt bevinden) plaatsvindt.
Maar als bedrijven eenmaal farshore-ervaring hebben, dan neemt de kans toe dat zij gaan nearshoren. De voordelen van het farshoren zijn wellicht minder groot dan aanvankelijk gedacht. Managers dienen bij hun besluitvorming ten aanzien van offshoring dan ook rekening te houden met het belang van ervaring en de effecten hiervan op de strategie in de tijd. Tot slot laten de resultaten zien dat functie en eigendomsstructuur niet van invloed zijn op de kans te nearshoren dan wel te farshoren.
The Relationship between Offshoring Strategies and Firm Performance: Impact of Innovation, Absorptive Capacity and Firm Size, Erasmus universiteit Rotterdam, januari 2011
*
Zie voor meer gratis onderzoeken de Kluwer Research Base