Op instigatie van de Rekenkamer Rotterdam heeft de gemeenteraad van Rotterdam te kennen gegeven de ‘controletoren' te willen herinrichten. Bij deze ingreep gaat het om een structurele verbetering van de concernverantwoording en het opheffen van de accountantscontrole.
Hoewel Rotterdam vooraanstaand is op het gebied van de inrichting van het duaal systeem, te weten een professionele rekenkamer en een raad die haar toezichthoudende functie gepassioneerd uitoefent, zijn er nog noten te kraken over het controlekader. Andere gemeenten zijn daarin wel voorgegaan. Deventer heeft bijvoorbeeld een verfijnd smaldeel concerncontrol als extra schakel in de managementcyclus opgenomen. En Utrecht heeft, als eerste van de G4, haar interne accountantsfunctie aan externen overgedragen.
Controletoren
Het college kan haar verantwoordelijkheid naar de raad slechts dragen als de verschillende gemeentelijke diensten hun basisadministratie op orde hebben, het begrotings-, besturings- en verantwoordingsproces adequaat is ingebed en er sprake is van een gezaghebbende en professionele controllerfunctie. Door het laten uitvoeren van internal audits krijgt het college aanvullende zekerheid over de kwaliteit van de beleidsrealisatie en de effectiviteit en doelmatigheid van de bedrijfsvoering.
In de praktijk van Rotterdam, maar niet alleen in Rotterdam, is de invulling van deze controletaken nog onvolkomen. De extern accountant kan onvoldoende steunen op de rapportages van de diensten; de interne auditdienst voert jaarrekeningcontrole werkzaamheden uit en certificeert de concernrekening.
Eén groep
Als een interne auditdienst naast de controle in het kader van de jaarrekening, zoals in Rotterdam, ook internal/operational audits uitvoert is er in beginsel sprake van een bestuurlijk onaanvaardbare vermenging van taken, deskundigheden en verantwoordelijkheden. De hybride groep krijgt ten onrechte de naam ‘internal audit' en dient twee heren.
Behoudens de nodige uitzonderingen loopt een dergelijke transitie vaak op een deceptie uit. Het blijvend voorrang geven aan rechtmatigheidscontrole, niet kunnen afschudden van het controle-imago en onvoldoende focussen op de kennis, ervaring en attitude die nodig is om internal audits te kunnen uitvoeren zijn daaraan debet.
Alleen een revolutionaire ingreep kan de escalatie doen keren: extern beleggen van controlewerkzaamheden. Door het planmatig afstoten van de accountantscontrole en het overhevelen van verbijzonderde controletaken naar de eerste en tweede lijn wordt de dienst getransformeerd naar een (echte) interne auditdienst; een multidisciplinair samengestelde stafgroep, die in opdracht van het college operational audits uitvoert.
Downsizing
Een bijkomend voordeel is dat succesvol ‘getransformeerde' interne auditdiensten de menscapaciteit substantieel naar beneden bijstellen. Het focussen op derde lijns onderzoeken betekent dat het opnamevermogen van college of raad van bestuur bepalend is voor de optimale omvang van de groep auditprofessionals. De natuurlijke bovengrens van 15 á 20 personen dient zich dan aan.
Het door de leiding van een organisatie niet op orde krijgen van de controletoren en het niet slagen van de transitie naar een professionele auditfunctie verklaart in de overheidspraktijk en bij het bedrijfsleven het voortbestaan van omvangrijke, gediversifieerde en multifunctionele controlegroepen…
Vooraanstaand
Het valt te prijzen dat de gemeente Rotterdam de jaarrekeningcontrole door een externe partij laat verzorgen. En inzet op een selecte groep van interne professionele onderzoekers die de bestuurlijke kracht van het college gaan ondersteunen. Rotterdam heeft dan ook een vooraanstaande internal auditgroep.
*
Auteur: A. Molenkamp RO
*
Deze column is eerder gepubliceerd in Tijdschrift Controlling