Mede door de economische crisis raken steeds meer werknemers in financiële problemen, zo blijkt ook uit onderzoek. Een peiling onder personeelsfunctionarissen levert op dat de helft van de bedrijven zegt dat de financiële problemen bij werknemers de afgelopen jaren zijn toegenomen. Als gevolg hiervan worden bedrijven steeds vaker geconfronteerd met een loonbeslag. Wat houdt dit precies in? En welke verplichtingen heeft de werkgever in zo’n geval?
Op het moment dat een werknemer zijn rekeningen niet meer betaalt, wordt hij uiteraard eerst geconfronteerd met herinneringen en aanmaningen. Na een aantal vermaningen schakelt de schuldeiser meestal een deurwaarder in. Deze zal eerst nog een brief aan de werknemer schrijven, met een dringend verzoek tot betalen. Als ook dan de schuldeiser zijn geld niet krijgt, volgt een dagvaarding eventueel gevolgd door een veroordeling. De deurwaarder bezorgt dit vonnis persoonlijk bij de schuldenaar. Wanneer hij ook dan niet betaalt, kan de deurwaarder overgaan tot loonbeslag.
UWV
Sinds december 2006 kunnen deurwaarders via uitkeringsinstantie UWV achterhalen waar een schuldenaar werkzaam is. Zodoende is het voor hen een stuk eenvoudiger geworden om een loonbeslag uit te vaardigen. Dit maakt het innen van een schuld voor de schuldeiser goedkoper en bovendien sneller mogelijk. Deze nieuwe informatieplicht betekent ook dat deurwaarders, sleutelmakers en hulpofficieren van Justitie minder vaak op huisbezoek hoeven te gaan om beslag te leggen op de inboedel.
Gevolgen voor werkgever
Als een werkgever wordt geconfronteerd met een loonbeslag op het loon van één van zijn werknemers, heeft dat een aantal gevolgen.
1. Loon deels niet uitkeren
Allereerst is hij verplicht dat gedeelte van het loon dat door het loonbeslag wordt geraakt, onder zich te houden. Dit mag hij dus niet uitkeren aan de werknemer. Doet de werkgever dit wel, dan pleegt hij een zogeheten ‘onrechtmatige daad’. In dat geval kan de schuldeiser hem aansprakelijk stellen voor de gehele schuld van zijn werknemer.
2. Melding doen
Ten tweede moet de werkgever opgave doen van alle door het beslag getroffen vorderingen. Dit betreffen zowel periodieke als niet-periodieke vorderingen. Ook wanneer er reeds door een andere schuldeiser een loonbeslag is gelegd, moet hij dit melden. Om te voldoen aan deze informatieplicht ontvangt de werkgever van de deurwaarder, op het moment dat hij het loonbeslag komt leggen, een uitgebreide lijst met vragen. Deze moet hij binnen vier weken beantwoorden, ondertekenen en retourneren. Doet de werkgever dit niet, dan loopt hij wederom het risico zelf aansprakelijk te worden gesteld voor de gehele schuld van de schuldenaar.
3. Afdracht
Ten slotte moet de werkgever het loon, dat onder het loonbeslag valt, netto inhouden op het loon van zijn werknemer. Vervolgens dient hij dit bedrag periodiek af te dragen aan de deurwaarder. Op basis van de wet wordt deze betaling aangemerkt als een betaling aan de werknemer, waarmee de werkgever aan zijn verplichtingen jegens zijn werknemer heeft voldaan.
Wat valt onder loonbeslag?
In beginsel vallen alle vorderingen die een werknemer op zijn werkgever heeft en in de toekomst zal krijgen onder het loonbeslag. Daartoe worden bijvoorbeeld ook een bonus en het vakantiegeld gerekend. Uitzonderingen hierop zijn inhoudingen ter zake van een pensioenregeling en de ziektekostenverzekering. Ook wanneer de werknemer nog recht heeft op de betaling van achterstallig loon kan dit buiten het loonbeslag vallen. Dit is het geval wanneer dit loon betrekking heeft op een periode voor de beslaglegging.
Beslagvrije voet
Uiteraard kan niet op het gehele loon beslag worden gelegd; de werknemer moet nog geld overhouden om van te leven. Dit is geregeld met de zogenaamde beslagvrije voet. Dit wordt gezien als het minimuminkomen waarvan alle vaste lasten, zoals huur, levensonderhoud en ziektekostenverzekering kunnen worden betaald. Op deze beslagvrije voet kan door een schuldeiser geen beslag worden gelegd. De hoogte van deze beslagvrije voet is onder meer afhankelijk van de burgerlijke status (getrouwd, alleenstaand, alleenstaand met kinderen). Daarnaast speelt het eventuele inkomen van de partner een rol. In de regel bedraagt de beslagvrije voet negentig procent van de bijstandsnorm.
Tips voor de werkgever
Enkele adviezen / tips voor de werkgever:
- het is essentieel dat de werkgever voldoet aan zijn juridische verplichtingen. Zo niet, dan loopt hij het risico aansprakelijk te worden gesteld voor de gehele schuld van zijn werknemer;
- om meer inzicht te krijgen in de financiële kant van de zaak, kan de werkgever de deurwaarder vragen om een overzicht van de betalingsgeschiedenis, een overzicht van de gemaakte kosten en een kopie van de ingebrekestelling. Hij moet er namelijk voor waken dat hij onterecht geld aan een derde uitbetaald. In dat geval zou de werknemer toch zijn gehele loon van de werkgever kunnen vorderen;
- wanneer er zich na het vestigen van een eerste loonbeslag wederom een deurwaarder meldt met een loonbeslag, is er sprake van een zogenaamde tweede beslaglegger. Deze tweede beslaglegger moet zich melden bij de eerste beslaglegger en op zijn beurt wachten. De werkgever kan de tweede beslaglegger verwijzen naar de eerste beslaglegger;
- fiscaal beslag van de overheid, gemeente of Belastingdienst gaat in de regel vóór op een beslag door een deurwaarder;
- de werkgever moet na het vestigen van het loonbeslag contact opnemen met de desbetreffende medewerker, zodat zij gezamenlijk kunnen controleren of het beslagexploot correct is;
- als een werknemer op wie een loonbeslag rust naar een andere werkgever vertrekt, is de werkgever verplicht de deurwaarder hiervan op de hoogte te stellen;
- vindt de beslaglegging plaats na een koop op afbetaling, dan moet de werknemer eerst een ingebrekestelling hebben ontvangen, voordat er overgegaan kan worden op een loonbeslag.
Ontslag
Voor de werkgever betekent een loonbeslag extra werk dat hem uiteindelijk niets oplevert. Bovendien kan dit het functioneren van de werknemer belemmeren. Ontslag van de werknemer lijkt dan een goede uitweg. Uit jurisprudentie is echter gebleken dat (herhaaldelijke) loonbeslag(en) geen legitieme reden is (zijn) voor het ontslaan van een werknemer. Met andere woorden: de werkgever mag een werknemer niet ontslaan enkel en alleen omdat er (regelmatig) beslag wordt gelegd op zijn loon. Ook wanneer dit veel administratieve lasten voor hem met zich meebrengt.
Naast de gevolgen van het loonbeslag moeten er andere feiten en omstandigheden aanwezig zijn op grond waarvan de arbeidsovereenkomst kan worden beëindigd. Denk daarbij aan bijvoorbeeld fraude of langdurig ondermaats presteren. Dit laatste moet dan ook vastgelegd zijn in verslagen van beoordelings- of functioneringsgesprekken.
Hulp
Wanneer de werkgever zijn werknemer wil helpen om door deze financieel moeilijke periode te komen, volgen hierbij enkele opties ter overweging. De werkgever kan:
- met de schuldeiser onderhandelen om zo tot een voor alle partijen hanteerbare oplossing te komen;
- zijn werknemer wijzen op instanties zoals het Nibud, de Kredietbank of Hulpschuldsanering om hem te helpen zijn financiële huishouding op orde te krijgen;
- zijn werknemer een lening verstrekken om zijn schuld mee te voldoen. Daarmee wordt hij de schuldeiser en verschuift het probleem verschuift naar hem. Bij een renteloze lening moet hij rekening houden met de fiscale normrente;
- zijn werknemer een voorschot op zijn loon geven om versneld de schuld te voldoen. Dit voorschot vormt direct belast loon. Nadeel hiervan is dat hiermee het onderliggende probleem, onvoldoende grip op de financiën, niet wordt aangepakt.
*
Auteur: drs. W. van Kasteren
*
Dit artikel werd eerder gepubliceerd in F&A Signalen