Een erfgename heeft recht op uitbetaling van niet-genoten vakantiedagen van een werknemer na zijn overlijden, zo oordeelt Rechtbank Leeuwarden. Een bespreking van deze uitspraak.
MKB-Nederland vindt dat de wetgever het vererven van vakantiedagen moet verbieden. De vakantiedagen zijn bedoeld voor de rust van de werknemer en de geldwaarde daarvan zou per definitie niet kunnen vererven. Ook was er angst voor de financiële gevolgen van het moeten uitbetalen van de geldwaarde van eventuele stuwmeren van vakantiedagen.
MKB-Nederland wees erop dat de wet verbiedt om het wettelijke minimumaantal vakantiedagen bij leven van de werknemer (tijdens het dienstverband) uit te betalen in geld. De gedachte hierachter is dat een werknemer een minimaal aantal dagen rust nodig heeft. MKB-Nederland wilde in reactie op de uitspraak van de rechter deze gedachte dat vakantiedagen bedoeld zijn voor vrije dagen van de werknemer, onderstrepen. ‘We gaan het doel van deze rechten voorbij als nabestaanden aanspraak kunnen maken op deze uren.’
Ook loopt een werkgever het risico een enorm bedrag uit te moeten betalen wanneer de werknemer een stuwmeer aan vakantiedagen heeft opgebouwd. Bij een normaal dienstverband zou de werknemer deze uren ook niet in geld uitbetaald krijgen.
In 2009 oordeelde de rechtbank in Assen nog het tegenovergestelde in een soortgelijke zaak. MKB-Nederland wil daarom duidelijkheid: een verbod in de wet op het overnemen van vakantierechten door nabestaanden.
Casus: driehonderd vakantie-uren
In de uitspraak van de Rechtbank Leeuwarden ging het om een werknemer die ten tijden van het overlijden nog bijna driehonderd vakantie-uren open had staan. De werkgever weigerde de waarde hiervan aan de nabestaanden van de werknemer uit te betalen.
In de procedure brengt de werkgever naar voren dat het recht op vakantie een persoonlijk/persoonsgebonden recht is dat je niet kunt overdragen en dus niet overgaat op de erfgenamen. Het einde van de arbeidsovereenkomst door overlijden is anders dan bij opzegging of ontbinding, omdat de werknemer in de laatste gevallen met de nieuwe werkgever kan overeenkomen dat hij de nog niet verbruikte vakantiedagen mag meenemen naar de nieuwe werkgever (dit is overigens niet zo gebruikelijk).
De werkgever wijst ook op een uitspraak van de kantonrechter in Assen. Deze had geoordeeld dat erfgenamen geen recht hadden op uitbetaling van niet opgenomen vakantiedagen. Volgens hem is er geen aanspraak op vakantiedagen die met het overlijden overgaat op de erfgenamen. De vordering van een werknemer tot uitbetaling van vakantiedagen ontstaat namelijk pas – en wordt pas vorderbaar en inbaar – na het eindigen van de arbeidsovereenkomst. Aangezien de werknemer is overleden heeft de werknemer deze vordering zelf niet gehad en kan hij daarom ook niet vererven, aldus het oordeel.
Recht op uitbetaling
De kantonrechter in Leeuwarden denkt er echter anders over: als een werknemer bij het einde van de arbeidsovereenkomst nog recht op vakantiedagen heeft, heeft hij recht op uitbetaling van de geldwaarde van niet genoten vakantiedagen. Bij het einde van de arbeidsovereenkomst ontstaat op hetzelfde moment het recht op uitkering in geld van de waarde van de niet-genoten vakantiedagen.
Het recht hierop ontstaat door het opbouwen van vakantiedagen al tijdens het dienstverband van de werknemer, en niet pas bij het einde van de arbeidsovereenkomst. Alleen het recht op uitbetaling ontstaat bij het einde van de arbeidsovereenkomst, niet het recht zelf. Dit recht valt daarom volgens de kantonrechter in de nalatenschap. Dat de functie van vakantiedagen is om de werknemer te laten herstellen doet hier niet aan af. Ook niet dat de werknemer de niet-opgenomen vakantiedagen bij een nieuwe werkgever kan opnemen. Dit laatste is een vrije keuze en laat onverlet dat de werknemer richting de oude werkgever een vordering tot uitbetaling van de tegenwaarde van de niet-opgenomen vakantiedagen had.
De kantonrechter vindt steun voor zijn uitspraak in de Memorie van Toelichting bij de invoering van de wettelijke bepaling die een werknemer richting zijn werkgever recht geeft op uitbetaling van niet-opgenomen vakantiedagen. Daarin staat dat eenmaal verworven aanspraken op vakantie nooit worden aangetast.
Let op vakantiesaldo werknemer
Deze uitspraak pleit voor de aanmoediging aan werkgevers om het vakantiesaldo van hun werknemers in de gaten te houden. Uit de uitspraak blijkt ook wel dat vakantiedagen onderdeel zijn van het beloningspakket, en niet slechts dienen voor de rust van de werknemer.
Ook als een dienstverband eindigt in verband met een VUT- of pensioenuitkering, heeft een werknemer recht op uitbetaling van de tegenwaarde van niet-opgenomen vakantiedagen. Gezien de complete werkrust die dan zou ontstaan is in de redenatie van de werkgever in deze casus uitbetaling van niet-opgenomen vakantiedagen strikt genomen dan ook niet meer aan de orde. Overigens wijzigt met ingang van 1 januari 2012 de regelgeving: vanaf die datum moeten werknemers hun wettelijk minimum aantal vakantiedagen binnen zes maanden na het jaar waarin ze het hebben opgebouwd opnemen. Daarna zullen de vakantiedagen vervallen.
*
Rechtbank Assen, 17 november 2009, LJN: BK3558
Rechtbank Leeuwarden, 1 juli 2011, LJN: BR0011
*
Auteur: mr. M. Rijsdijk
*
Dit artikel werd eerder gepubliceerd in F&A Signalen