Met de invoering van het Belastingplan 2012 is een uitgebreide informatieverplichting ook een feit geworden. Deze verplichting geldt met ingang van 1 januari 2012. Uitgangspunt is dat belastingplichtigen de Belastingdienst uit eigen beweging gaan informeren, zodra zij ermee bekend zijn of zijn geworden dat eerdere door hen verstrekte gegevens en inlichtingen onjuist zijn. Men zal hierin dus een actievere houding dan voorheen moeten aannemen.
De informatieverplichting ziet (voorlopig) alleen op de volgende vier aspecten:
1. Verklaring geen privégebruik auto
Wanneer blijkt dat de berijder van de auto van de zaak niet voldoet aan de voorwaarden die in de verklaring worden gesteld, moet de werkgever dit direct en actief bij de fiscus melden. Een dergelijke situatie kan voorkomen wanneer duidelijk wordt dat de grens van 500 privékilometers wordt overschreden. Ook verklaringen die zijn aangevraagd met betrekking tot belastingjaren vóór 2012 lijken onder deze informatieverplichting te vallen.
2. Verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto
Hiervoor geldt hetzelfde als bij nummer 1.
3. Suppleties omzetbelasting
Met ingang van 2012 is men verplicht om een suppletieaangifte btw in te dienen direct nadat is gebleken dat er onjuistheden in de aangiften zijn geslopen. Belastingplichtige kan daarmee niet meer wachten tot na afloop van het kalenderjaar, hetgeen nu vaak wordt gedaan. De suppletieaangifte is nu nog een vrijwillige verbetering die wordt gebruikt ter correctie. De suppletieaangifte wordt vanaf 2012 echter geformaliseerd. Dat wil zeggen dat het indienen van een dergelijke aangifte via een speciaal formulier moet plaatsvinden en daarmee onder de wettelijke informatieplicht valt. Enkel wanneer er teveel belasting is afgedragen, wordt de suppletieaangifte nog aangemerkt als een verzoek, waartegen overigens geen mogelijkheid tot bezwaar of beroep bestaat. Zie voor meer informatie pagina xx.
4. Edelweissroute
Deze route is erop gericht de heffing van erfbelasting over zwart vermogen te ontduiken. De executeur verzwijgt dit zwarte vermogen in de aangifte erfbelasting en voor de erfgenamen. Na verloop van de navorderingstermijn van twaalf jaar, brengt hij de erfgenamen alsnog hiervan op de hoogte en geeft hij hen toegang tot het vermogen. Daarmee wordt de heffing van erfbelasting ontweken. De erfgenamen worden op basis van de nieuwe informatieverplichting verplicht bij hen bekende informatie hierover direct te melden bij de Belastingdienst.
Boete
Wanneer iemand de nieuwe informatieverplichting niet nakomt, kan hij geconfronteerd worden met aanzienlijke boetes. Hiervoor moet er wel sprake zijn van opzet of grove schuld. Van opzet is sprake als een belastingplichtige willens en wetens een verkeerde aangifte doet. Wanneer een belastingplichtige dermate lichtvaardig en onverantwoordelijk met zijn fiscale verplichtingen omgaat dat er te weinig belasting wordt geheven of betaald, is er sprake van grove schuld.
Voor de nieuwe informatieverplichting geldt dat de bewijslast ligt bij de Belastingdienst. Zij zullen moeten bewijzen dat er inderdaad sprake is van opzet of grove schuld. Concreet betekent dit dat de inspecteur moet aantonen dat de belastingplichtige bekend was met de onjuistheid van de verstrekte informatie. In dat geval wordt er een vergrijpboete opgelegd tot maximaal honderd procent van het bedrag dat als gevolg van het niet nakomen van de informatieverplichting niet is geheven. Dat kan dus tot een aanzienlijke boete leiden.
Administratie
Hoe nu om te gaan met deze nieuwe informatieverplichting? Een actief beleid is aan te bevelen, bijvoorbeeld door periodiek na te gaan of er signalen zijn binnengekomen dat er aan de fiscus onjuiste informatie is verstrekt ten aanzien van één van de hiervoor genoemde situaties. Of er nog informatie verstrekt moet worden. Hiertoe kan een aantal controlemomenten worden vastgelegd in de administratie. Daarnaast is het van belang dat alle medewerkers (van de financiële administratie) die te maken hebben met dergelijke informatie, bekend zijn met deze nieuwe informatieverplichting.
*
Auteur: drs. W. van Kasteren
*
Dit artikel is afkomstig uit F&A Actueel