
Werknemers stoppen op steeds latere leeftijd met werken en dat is maar goed ook, want onze beroepsbevolking krimpt sinds 2011. Maar er bestaan wel misverstanden over oude werknemers. En de vraag is of iedereen beseft welke bijzonderheden kunnen spelen en welke specifieke afspraken kunnen worden gemaakt. Zie hier de aandachtspunten voor werkgevers en hun oudere werknemers ten aanzien van pensioen, ziekte en arbeidsongeschiktheid.
Het pensioenakkoord is niet de oorzaak van de stijgende leeftijd waarop werknemers met pensioen gaan. Werknemers werken vooral langer door omdat VUT- en prépensioenregelingen zijn afgeschaft. En wellicht vanwege de toenemende onzekerheid rondom het pensioeninkomen. Maar ook omdat oudere werknemers veel gezonder zijn dan vroeger. Een vierde reden kan liggen in de goede werkomstandigheden in Nederland, waardoor oudere werknemers hun werk langer kunnen volhouden.
Oudere werknemer minder vaak ziek
Er heerst een groot misverstand over de kosten van oudere werknemers. Vaak wordt gedacht dat zij duurder zijn, omdat ze een hoger ziekteverzuimpercentage veroorzaken. Het misverstand ligt in het feit dat oudere werknemers gemiddeld langer ziek zijn dan jongere werknemers. Maar dat zegt niet alles, want oudere werknemers blijken minder vaak ziek te zijn. Het aantal keren ziek melden en de gemiddelde ziekteperiode bepalen samen het ziekteverzuimpercentage. Dit percentage stijgt in Nederland tot zestigjarige leeftijd, daarna neemt dit sterk af. Zo sterk zelfs, dat een zestigplusser een lager ziekteverzuimpercentage veroorzaakt dan werknemers tussen 45 tot 55 jaar.
Oudere werknemer aantrekken of behouden
Oudere werknemers kunnen dus prima langer doorwerken en veroorzaken geen hoger ziekteverzuimpercentage. Daarnaast bestaan er tal van subsidies die het aantrekken of het behouden van deze groep medewerkers nog aantrekkelijker maken. Dit soort stimuleringsmaatregelen breidt de overheid in 2013 waarschijnlijk verder uit. Daarnaast zijn er nu al tal van afspraken met oudere werknemers mogelijk die het leven van zowel de werkgever als de werknemer kunnen veraangenamen.
Demotie of deeltijd
Het komt in iedere branche voor; een werknemer geeft aan het werk niet meer te kunnen of willen opbrengen. Vaak wordt dan direct gekozen voor het vervroegen van de pensioenuitkering in combinatie met het beëindigen van de dienstbetrekking. Maar een belangrijke en vaak interessante tussenstap wordt vaak overgeslagen: demotie of deeltijd. Demotie houdt in dat een werknemer in dienst blijft in een wat lagere functie voor een lager salaris. Deeltijd houdt in dat een werknemer minder uren per week gaat werken, waarbij het salaris ook lager wordt. In beide situaties is het mogelijk de pensioenopbouw voort te zetten op het oude (hogere) salaris. Maak wel afspraken over wie de kosten voor rekening neemt en vraag tijdig of de pensioenuitvoerder dit administratief mogelijk kan en wil maken als dat niet al is geregeld in het pensioenreglement.
Pensioen uitstellen
De pensioenrichtleeftijd van een pensioentoezegging is de leeftijd die in de pensioenregeling is opgenomen als eindleeftijd, meestal 65 jaar. Maar het is nog steeds toegestaan een jongere pensioenrichtleeftijd van bijvoorbeeld 62 jaar te kiezen. Een pensioenuitvoerder keert standaard uit vanaf de pensioenrichtleeftijd. Wil de werknemer later dan de pensioenrichtleeftijd met pensioen gaan? Dan moet tijdig uitstel worden aangevraagd bij de pensioenuitvoerder. Maar het ingaan van een pensioenuitkering hoeft niet te betekenen dat het werkt stopt. Zelfs een 65-jarige werknemer mag, naast het ontvangen van een AOW-uitkering, inkomsten verdienen. Uitstel van pensioen is eenvoudig mogelijk tot 65 jaar. Dat kan fiscaal gunstiger zijn als vanaf die leeftijd minder belastingen worden ingehouden. Het pensioen wordt actuarieel verhoogd, dat wil zeggen dat de werknemer hogere pensioenuitkeringen zal ontvangen, maar voor een kortere periode (vanwege het later starten van de uitkeringen). Een pensioenuitvoerder mag uitstel weigeren, bijvoorbeeld als de werknemer ziek of arbeidsongeschikt is. Daarover zijn meestal bepalingen in het pensioenreglement opgenomen. Uitstel op 65-jarige leeftijd wordt door veel pensioenuitvoerders geweigerd, een werknemer kan dat niet afdwingen.
Ontslag van een 64-jarige
Een werknemer die 64 jaar is verdient extra aandacht. Werkgevers en werknemers verzuimen vaak met elkaar in gesprek te gaan over wat te doen op de volgende verjaardag. Een 64-jarige heeft meestal een arbeidscontract voor onbepaalde tijd. Vroeger werd aangenomen dat een dergelijke arbeidsovereenkomst op 65-jarige leeftijd van rechtswege eindigde. De Hoge Raad bevestigde dat tweemaal begin deze eeuw. Maar de laatste jaren beslissen kantonrechters heel anders; automatisch ontslag op 65-jarige leeftijd is niet meer van deze tijd. Toch zijn meestal alle arbeidsvoorwaarden gericht op werknemers tot 65 jaar. Denk aan afspraken over pensioen, loondoorbetaling bij ziekte en premievrijstelling van pensioen bij arbeidsongeschiktheid. Als dat het geval is, dan is het beste een werknemer van 64 jaar te ontslaan op zijn verjaardag. Daartoe moet een werkgever tijdig een ontslagvergunning aanvragen bij het UWV. Het UWV zal het ontslag toestaan.
Opnieuw in dienst nemen van een 65-jarige
Na het ontslag van de nog net 64-jarige kan de werkgever de betreffende werknemer op 65-jarige leeftijd een tijdelijk arbeidscontract aanbieden. Dat is een constructie die erg weinig in de praktijk voorkomt, maar ten onrechte, want de werkgever kan op die manier duidelijke en eenvoudig uitvoerbare bijzondere afspraken maken voor de 65-plusser. Werkt een pensioenuitvoerder niet mee? Maak dan afspraken buiten de pensioensfeer om. Bijvoorbeeld door de werkgeversbijdrage aan de laatst betaalde pensioenpremie bij het inkomen van voor de 65-jarige leeftijd op te tellen. Dan bouwt de werknemer geen pensioen meer op, maar ontvangt hij wel extra salaris. Ook kunnen nieuwe afspraken worden gemaakt over ziekte en arbeidsongeschiktheid. Met een tijdelijk arbeidscontract voor een 65-plusser is veel meer maatwerk mogelijk. De overheid wil dat stimuleren door een tijdelijk arbeidscontract vaker verlengbaar te maken.
Oudere werknemer levert geld op
De oudere werknemers zijn hard nodig om de beroepsbevolking op peil te houden. Hoogste tijd dus om misverstanden over bijvoorbeeld arbeidsongeschiktheid en mogelijkheden met het herzien van langlopende arbeidscontracten de wereld uit te helpen. Verder was al duidelijk dat oudere werknemers loyaler en meer ervaren zijn. Nieuwe subsidieregelingen maken langer in dienst houden van werknemers binnenkort nog interessanter. Kortom, oudere werknemers zijn een goudmijn voor werkgevers.
***
Auteur: mr. Erik K. Beckers FFP
***
Dit artikel verscheen eerder in Tijdschrift Administratie