Zodra een belastingplichtige niet kan uitsluiten dat zijn medewerking gebruikt zal worden om hem te bestraffen, mag hij in beginsel niet meer gedwongen worden om fiscaal bewijsmateriaal aan de Belastingdienst te geven. Dat geldt ook voor documenten waarop de autoriteiten zonder zijn actieve medewerking niet de hand kunnen leggen, zoals Zwitserse-bankafschriften en Liechtensteinse Stiftungsdocumenten die zich niet in Nederland bevinden. Dit adviseerde advocaat-generaal P.J. Wattel de Hoge Raad in een kort-gedingprocedure die de Staat der Nederlanden tegen een weigerachtige belastingplichtige heeft aangespannen.