Zodra de rij voor de gate zich begint te vormen haast ik me om erin te gaan staan. Dit is niet uit te leggen. Waarom wil ik snel de bedompte, kleine ruimte in die me voor de komende anderhalf uur is toegewezen? Tuurlijk, ik wil gauw naar huis en meer mensen met mij, maar het vliegtuig vertrekt heus niet eerder als we sneller zitten. We schuiven centimeters op, terwijl er aan het begin van de rij helemaal niks gebeurt, het wordt daar hoogstens rommeliger. Maar dan gebeurt er iets wat het ongemakkelijke wachten voor mij meer dan de moeite waard maakt.