
De afgelopen jaren is de verkoop van goederen en diensten via internet snel toegenomen. Vele ondernemers bieden hun goederen en diensten op die wijze aan een groot publiek aan. In de situatie waarin de goederen of diensten van een Nederlandse ondernemer via internet door een particuliere afnemer in een ander EU-land worden afgenomen – ook wel e-commerce genoemd – heeft dit voor de btw andere gevolgen dan wanneer aan een Nederlandse afnemer wordt geleverd. De huidige regels worden als gecompliceerd ervaren, maar er staat een verandering van de regels op stapel.
Op dit moment geldt dat, wanneer een particuliere of andere afnemer zonder btw-identificatienummer uit een ander EU-land goederen of diensten afneemt van een Nederlandse ondernemer, er in beginsel Nederlandse btw door de Nederlandse leverancier in rekening moet worden gebracht. Dit is echter geen vaste regel, want wanneer bij de verkoop van goederen bepaalde drempelbedragen overschreden worden, zijn er andere regels voor de btw van toepassing. In dat geval is namelijk sprake van een afstandsverkoop en moet het btw-tarief van het land waar de particuliere afnemer gevestigd is worden toegepast op de levering van goederen.
Er is sprake van een afstandsverkoop als de ondernemer in een bepaald kalenderjaar verkopen doet aan afnemers in een specifiek EU-land, waarbij de waarde van de verkopen het drempelbedrag van dat land overschrijdt. Ook wanneer het voorgaande jaar de drempel is overschreden, is er het jaar daarna – ook zonder overschrijding van de drempel – sprake van een afstandsverkoop.
De drempelbedragen zijn per EU-land vastgesteld en kunnen daarom per EU-land verschillen. De drempelbedragen per land zijn te vinden op de website van de EU.
Administratie per EU-land
Een ondernemer die goederen levert aan particulieren in andere EU-landen zal een administratie moeten bijhouden voor de bedragen waarvoor aan het betreffende EU-land is geleverd. Daarbij komt dat de ondernemer de btw in het land van de afnemer moet aangeven en moet afdragen. Om dat te kunnen doen is een btw-registratie in het land van de afnemer vereist.
Wanneer een ondernemer niet bij wil hoeven houden of de drempelbedragen in een jaar overschreden worden, mag hij ervoor kiezen in ieder geval de regeling voor afstandsverkopen toe te passen. Hiervoor moet een brief naar de Belastingdienst worden verzonden. De leverancier brengt dan meteen het btw-tarief van het EU-land van de afnemer in rekening. Naast dat er btw-aangifte in het buitenland moet worden gedaan, dienen de afstandsverkopen in de Nederlandse btw-aangifte vermeld te worden (bij vraag 3c).
Huidige regeling
Veel ondernemers vinden de huidige regelgeving voor e-commerce administratief een te grote belasting. Dit is door de Europese Commissie onderkend en daarom is een voorstel gedaan voor nieuwe e-commerce-regelgeving.
Op dit moment moet nog per land een administratie worden bijgehouden en moet bij overschrijding van het drempelbedrag in het jaar of het jaar ervoor btw-aangifte worden gedaan in het EU-land van levering.
Let op!
De regeling voor afstandsverkopen is alleen van toepassing bij de verkoop van goederen aan particuliere afnemers in andere EU-landen.
Voorbeeld
Het drempelbedrag bij verkopen aan particulieren in Oostenrijk bedraagt 35.000 euro. Ondernemer A verkoopt interieurartikelen en is gevestigd in Nederland. A begint via een webwinkel in 2017 met de verkoop van interieurartikelen in Oostenrijk en verkoopt in dat jaar voor 50.000 euro aan goederen aan Oostenrijkse afnemers die niet over een btw-nummer beschikken.
De drempel van 35.000 euro is overschreden zodat, vanaf het moment dat het bedrag van 35.000 euro bereikt is, er 20 procent Oostenrijkse btw over de verkopen in Oostenrijk moet worden afgedragen. Op de factuur wordt geen Nederlandse btw vermeld, maar 20 procent Oostenrijkse btw in rekening gebracht, omdat sprake is van afstandsverkopen.
Om dat te kunnen doen moet A zich in Oostenrijk voor de btw registreren en btw-aangifte doen. Totdat het bedrag van 35.000 euro bereikt wordt, moet er Nederlandse btw in rekening worden gebracht, die in Nederland wordt afgedragen.
Aangifte bij drempeloverschrijding
Bij de regeling voor e-commerce geldt de verplichting dat het btw-tarief van het land waar de particuliere afnemer gevestigd is in rekening wordt gebracht, als het betreffende jaar of het voorgaande jaar het drempelbedrag is overschreden. Wel moet in de Nederlandse btw-aangifte de verkoop worden aangegeven (bij vraag 3c).
Voorbeeld
Ondernemer A heeft in 2016 ook interieurartikelen aan particuliere afnemers in Oostenrijk geleverd. De totale omzet aan particuliere afnemers in Oostenrijk bedroeg in dat jaar 40.000 euro. Vanaf het moment dat in 2016 de drempel van 40.000 euro bereikt wordt, moet Oostenrijkse btw in rekening worden gebracht. Omdat het drempelbedrag in 2016 is overschreden, moet bij de eerste verkoop aan particulieren in 2017 direct het Oostenrijkse btw-tarief door ondernemer A worden toegepast. Ondernemer A moet in heel 2017 btw-aangifte doen in Oostenrijk.
Als de ondernemer uit het bovengenoemde voorbeeld ook goederen levert aan particuliere afnemers in andere EU-landen, en de drempelbedragen die voor dat EU-land gelden daarbij overtreft, dan moet hij zich niet alleen in Oostenrijk maar ook in de andere EU-landen registreren als btw-ondernemer.
Dit kan ertoe leiden dat een ondernemer uiteindelijk in vele EU-landen als btw-ondernemer geregistreerd is en in vele EU-landen btw-aangifte moet doen.
Diensten
Diensten die door Nederlandse ondernemers verricht worden aan particulieren in andere EU-landen zijn in beginsel met btw-belast in het land waar de ondernemer gevestigd is, en dat is Nederland. In bepaalde situaties is de dienst mogelijk met btw belast in een ander EU-land dan het land van de ondernemer.
Wanneer het bijvoorbeeld gaat om diensten met betrekking tot onroerende zaken, is de btw verschuldigd in het land waar het onroerend goed gelegen is. De ondernemer moet zich dan voor de btw-registreren in het EU-land waar de onroerende zaak gelegen is.
Mini One-Stop Shop
Ondernemers kunnen gebruik maken van de Mini One-Stop Shop (MOSS) wanneer zij digitale diensten leveren aan afnemers in andere EU-landen. Het gaat hierbij om telecommunicatiediensten, omroepdiensten en elektronische diensten.
Elektronische diensten zijn diensten die via internet of via een digitaal netwerk worden geleverd. Omroepdiensten zijn diensten met een audio- of audiovisuele inhoud (zoals radioprogramma’s). Bij telecommunicatiediensten kan gedacht worden aan telefonie en het verlenen van toegang tot internet.
Door gebruik te maken van het MOSS-systeem kan de btw die in andere EU-lidstaten verschuldigd is, worden aangegeven via een enkel EU-land. In Nederland kan gebruik worden gemaakt van MOSS door in te loggen op het beveiligde deel van de website van de Belastingdienst ‘via inloggen voor ondernemers’. De ondernemer heeft hiervoor inlogcodes nodig, welke hij van de Belastingdienst ontvangt. De inlogcodes zijn aan te vragen via het formulier ‘verzoek registratie in Nederland voor betalen btw in EU-landen’.
Aangiften via het MOSS-systeem moeten binnen twintig dagen na afloop van het tijdvak worden gedaan. Let erop dat hierbij een kortere termijn geldt dan bij het doen van reguliere btw-aangifte. Het MOSS-systeem geldt (nog) niet voor de levering van goederen en andere diensten dan digitale diensten.
Voorgestelde wijziging
De Europese Commissie wil de drempelbedragen afschaffen, zodat niet meer per EU-land hoeft te worden bijgehouden of de drempelbedragen overschreden zijn. Het idee is dat een algemene drempel van 10.000 euro geldt, zodat een ondernemer bij relatief kleinere bedragen geen btw-aangifte hoeft te doen in het andere EU-land.
Door de voorgestelde gewijzigde regelgeving voor e-commerce wordt het MOSS-systeem ook beschikbaar voor levering van goederen en diensten aan particulieren in andere EU-landen. Het MOSS-systeem blijft bovendien niet beperkt tot digitale diensten.
Het nieuwe voorstel met betrekking tot e-commerce zal door veel ondernemers worden toegejuicht, omdat dit betekent dat zij zich bij het leveren van goederen en diensten aan particulieren in andere EU-landen niet meer in ieder EU-land afzonderlijk hoeven te registreren. Wel zijn de verschillende btw-tarieven van de EU-landen van toepassing bij e-commerce.
De genoemde plannen zullen uiterlijk in 2021 in werking treden.
Tot besluit
Waar het voor ondernemers op dit moment een administratief drama is wanneer verkopen worden gedaan aan particulieren in andere EU-landen, kunnen zij zich verheugen op betere tijden. Het MOSS-systeem zal bredere toepassing krijgen, waardoor registratie in meerdere EU-landen niet meer vereist is.
Wel zal de ondernemer nog enig geduld moeten oefenen, omdat de plannen waarschijnlijk pas over enkele jaren in werking zullen treden.
Auteur: mr. C.W. van Vilsteren
Dit artikel is verschenen in F&A Actueel 2017, afl. 7
Hartelijk dank voor dit heldere artikel! De illustraties mbt leveringen zijn erg waardevol, en het zou fijn zijn als hetzelfde ook wordt gedaan mbt diensten.
Op dit moment is het mij nog niet duidelijk wat het MOSS systeem oplost. Er wordt namelijk gesteld: “Diensten die door Nederlandse ondernemers verricht worden aan particulieren in andere EU-landen zijn in beginsel met btw-belast in het land waar de ondernemer gevestigd is, en dat is Nederland.” Wat is dan de toegevoegde waarde om je te registreren voor het MOSS systeem en dan opeens en EU-land afhankelijke btw tarief te factureren?
Hartelijk dank!
Beste Hans,
Bedankt voor je reactie, kun je contact met ons opnemen via 085-0403220? dan kan Carola jouw vraag telefonisch beantwoorden.
Met vriendelijke groet,
van vilsteren BTW advies