
Het is te vroeg om te oordelen over de Wet werk en zekerheid (Wwz). Demissionair minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Lodewijk Asscher noemt het voorbarig om conclusies te trekken. ‘Geduld is geboden.’
PvdA’er Lodewijk Asscher noemt de Wet werk en zekerheid ‘een ingrijpende wijziging in het stelsel van flexibele arbeid, ontslagrecht en WW’. ‘Het kost, begrijpelijkerwijs, tijd voordat werknemers, werkgevers en andere betrokkenen daaraan gewend zijn. Bovendien zijn, gezien het overgangsrecht, de ketenbepaling en de transitievergoeding pas op 1 juli 2016 volledig in werking getreden. De duurverkorting van de WW wordt stapsgewijs ingevoerd in de periode tot medio 2019.’ De demissionair minister wil daardoor geen causale verbanden leggen tussen de huidige ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en de Wwz.
Zie ook: Asscher: ‘Ik had de Wwz nog strenger willen maken’
Asscher vindt het voorbarig om ‘zo snel na de volledige inwerkingtreding van een stelselwijziging’ conclusies te trekken over de effecten. ‘Geduld is geboden. De stijging van het aantal flexibele contracten is een langdurige trend die al vijftien jaar zichtbaar is en die zijn oorsprong vindt in meer dan de regels rondom flexibele arbeid, het ontslagrecht en de WW alleen. Bovendien beïnvloedt de conjuncturele situatie de cijfers sterk.’ In 2020 volgt een evaluatie van de volledige wet.
‘Wwz is een mislukking’
De voorzitter van MKB-Nederland, Michaël van Straalen, heeft de Wwz in een interview met NRC tot een mislukking uitgeroepen. Hij stelt dat de wet het tegenovergestelde doet van wat de bedoeling was. Volgens hem kunnen vooral kleinere werkgevers de kosten en risico’s van de Wwz niet dragen en kiezen zij ervoor om mensen niet of minder vaak in vaste dienst te nemen. Dat staat haaks op de doelstellingen van de Wwz, waarmee juist is beoogd ontslag voor werkgevers goedkoper te maken en werknemers eerder aan een vast contract te helpen.
Doelstellingen Wwz niet behaald
Uit onderzoek van de Vereniging Arbeidsrecht Advocaten Nederland (VAAN) blijkt dat de doelstellingen van de WWZ niet zijn behaald. Zo geeft 94 procent van de ondervraagden (veelal advocaten en juristen) aan dat het ontslagrecht niet is vereenvoudigd. Daarnaast geeft 92 procent aan dat de rechtspositie van werknemers met een contract voor bepaalde tijd niet is versterkt en 93 procent dat de doorstroom van flexibele naar vaste arbeid niet is bevorderd. Uit deze duidelijke cijfers valt niet af te leiden dat de doelstellingen van de WWZ zijn behaald en de wet is geslaagd.
Geef een reactie