
Het Ministerie van Finaniën heeft een conceptbesluit bekend gemaakt waarin de btw-herziening voor kostbare diensten is opgenomen. Het plan is om deze regeling per 1 januari 2018 in te voeren. Dit zal voor veel ondernemers gevolgen hebben.
Op dit moment gelden de btw-herzieningsregels alleen voor investeringsgoederen. Dit is (een deel van) een onroerende zaak die als zelfstandig goed kan worden aangemerkt. Diensten zijn geen investeringsgoederen. Tot 1 januari 2018 blijven verbouwingen en onderhoudswerkzaamheden aan een pand buiten de herziening, tenzij door de verbouwing een nieuwe onroerende zaak is ontstaan. Voor onroerende zaken geldt een herzieningstermijn van negen jaren na het jaar van ingebruikname. Wijzigt een ondernemer het gebruik van het investeringsgoed binnen de herzieningstermijn, dan moet hij de eerder in aftrek gebrachte btw deels herzien. Voor ieder nog resterend jaar van de herzieningstermijn moet de ondernemer een tiende deel van de eerder in aftrek gebrachte btw terugbetalen aan de Belastingdienst. Voor roerende zaken loopt de herzieningstermijn tot en met het vierde jaar na het jaar van ingebruikname.
Herziening uitgebreid per 1 januari 2018 naar kostbare diensten
Volgens het wetsvoorstel is sprake van een kostbare dienst als het gaat om diensten waarop de btw-ondernemer voor de inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting afschrijft of zou kunnen afschrijven als de btw-ondernemer aan de inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting zou zijn onderworpen. Voorbeelden van kostbare diensten zijn verbouwingen, IT-diensten of intellectuele eigendomsrechten. Kleine verbouwingen die worden aangemerkt als onderhoud blijven hierdoor buiten de herzieningsregeling. Op het moment dat de ondernemer de (onroerende) zaak waarop de kostbare dienst betrekking heeft gaat verkopen of de verhouding van de btw-belaste/btw-vrijgestelde prestaties van de ondernemer wijzigt, krijgt de ondernemer te maken met herziening van btw.
Voorbeeld verbouwing
Een ondernemer voert in 2018 voor 20.000 euro aan verbouwingen uit aan het pand waarin hij gevestigd is. Vanaf 1 januari 2018 is daarbij sprake van een ‘kostbare’ dienst aan een onroerende zaak, waarop de herzieningstermijn van 10 jaar van toepassing is. De herzieningstermijn van de verbouwingsdienst loopt tot en met 2027. In januari 2021 verkoopt de ondernemer het pand aan een particulier, zodat voor de jaren 2021 tot en met 2027, dus voor 7 jaar, btw moet worden herzien. Hierdoor wordt 7 x 2.000 euro = 14.000 euro aan btw terugbetaald. Dit kan een hoge kostenpost voor de btw-ondernemer betekenen.
Geen overgangsregeling
Bij het voorstel van wetswijziging is geen overgangsregeling opgenomen. Hierdoor zal de herzieningsregeling mogelijk ook voor kostbare diensten gelden die voor 1 januari 2018 zijn aangekocht. Bij vaststelling van de definitieve wet zal dit moeten blijken. De ondernemer doet er goed aan om nu al in actie te komen, en zijn administratie zo in te richten dat duidelijk blijkt over welke kostbare diensten een ondernemer beschikt en hoeveel btw daarover in aftrek is gebracht. Ook moet duidelijk zijn tot wanneer de herzieningstermijn loopt.
Voorkomen herzienings-btw
In bepaalde gevallen zal de btw-ondernemer de herziening van btw op kostbare diensten kunnen voorkomen, door bijvoorbeeld het pand waarop een verbouwingsdienst zit met btw te verkopen of te verhuren. Hiervoor moet gebruik worden gemaakt van de ‘optie belaste verhuur’. Voorwaarde daarvoor is dat de koper voor meer dan 90 procent btw-belaste prestaties verricht en in de notariële akte wordt gekozen voor de btw-belaste levering. Ook bij verhuur van een pand kan het raadzaam zijn voor btw-belaste verhuur te opteren als nog herzieningstermijnen op het pand lopen.
Daarnaast kan het voordelig zijn om een pand nog in 2017 te verkopen, omdat de herzieningsregels voor kostbare diensten op dit moment nog niet gelden.
Wees alert
Ondernemers met onroerend goed en andere kostbare diensten moeten alert zijn op de per 1 januari 2018 veranderende regels. Het betreft diensten waarop voor de inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting wordt afgeschreven of zou kunnen worden afgeschreven. Het gaat hierbij met name om verbouwingsdiensten aan onroerende zaken, IT-diensten en intellectuele eigendomsrechten. Hierdoor kan de ondernemer te maken krijgen met het terugbetalen van btw. Anticipeer hierop tijdig als ondernemer, door bijvoorbeeld bij een voorgenomen verkoop van een pand de verkoop in 2017 te laten plaatsvinden, of door op zoek te gaan naar een koper die in de btw zit zodat geopteerd kan worden voor btw-belaste verkoop. Ook wanneer een ondernemer zowel btw-vrijgestelde als btw-belaste prestaties verricht, zal de ondernemer te maken kunnen krijgen met de herziening van diensten. Wanneer de verhouding van de btw-vrijgestelde en btw-belaste prestaties wijzigt, moet de ondernemer de herziening berekenen. Dit kan betekenen dat de ondernemer btw terug moet betalen, maar kan bij een toename van het aandeel btw-belaste prestaties betekenen dat de ondernemer meer btw terug kan vragen van de Belastingdienst.
Dit artikel is verschenen in cm: 9
Auteur: Carola van Vilsteren
Lees hier meer artikelen uit de rubriek Btw
Geef een reactie