
Het mooie van het vak economie is dat je soms door goed te kijken bepaalde ontwikkelingen kunt voorspellen. Een van mijn zwaktes is dat ik het niet kan nalaten om af toe bij de benzinepomp een flesje Pepsi Max te kopen. Jarenlang kostte dat 2 euro. Ja, ik weet dat een hele liter in de supermarkt 1,60 euro kost – als je op de aanbiedingen let – maar de pomphouders profiteren van mijn impulsen en luiheid. Dat beeld is veranderd. Nu kun je deze versnapering niet onder de 2,25 euro krijgen.
Meer betalen voor hetzelfde heet inflatie. Volgens het programma Kassa zijn de prijzen in de supermarkten het afgelopen jaar met 8 procent gestegen. De ketens kunnen hun prijzen verhogen omdat er meer vraag is. De consument heeft meer geld in zijn portemonnee en hij heeft meer vertrouwen. Dan is er ruimte voor hogere prijzen. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat nu opeens de inflatie uit de klauw loopt, maar er zijn wel tekenen dat in het beeld van hardnekkig lage inflatie wat aan het veranderen is. In de bouw zijn de lonen met 5 procent verhoogd. Hier is sprake van een inhaalslag. Ook in andere sectoren is er sprake van opwaartse druk. Denk aan de zorg, het onderwijs en de horeca. Verder lopen de energieprijzen op.
Is dat zorgwekkend? Zoals de zaken er nu voorstaan niet echt. Er is nog geen breed gedragen trend dat de prijzen over de hele linie oplopen. De loondruk beperkt zich tot specifieke segmenten van de arbeidsmarkt. De trend van flexibilisering van arbeid is nog niet gestopt, integendeel. Vooral op het lagere en middensegment worden vaste arbeidsovereenkomsten steeds meer een uitzondering.
Toch zijn er risico’s. De lage rente leidt tot het opblazen van prijzen op de vastgoed- en aandelenmarkten. Daardoor heeft de consument ruimte om te besteden. De ‘asset price’ inflatie zal op een gegeven moment overslaan naar de reële economie. Als dat gebeurt, is er nog maar een oplossing: een hogere rente. Om verschillende redenen zal een snelle verhoging van de rente erg ongelukkig uitpakken. Een omslag op de huizenmarkt zal in ons land het consumentenvertrouwen aantasten. Dat is nog tot daar aan toe. Maar wat nog vervelender is, is dat de Zuidelijke landen nog lang niet klaar zijn voor een hogere rente. Italië en Frankrijk kampen nog steeds met te hoge schulden en ze slagen er maar niet in om de structurele problemen in hun land aan te pakken. De problemen bij Air France zijn illustratief. De grote luchtvaartmaatschappijen moeten zich aanpassen aan de hevige concurrentie. Dat snapt iedereen, behalve de Franse vakbonden.
Het valt te hopen dat de ECB op tijd stopt met de extreme verruiming. Het echte risico is dat een onverwachte en snelle renteverhoging kan leiden tot een hoop onrust en mogelijk zelfs tot een recessie. Draghi heeft ons voor een hoop rampspoed weten te behouden. Ik ben benieuwd of hij zijn karwei goed weet af te maken.
Dit artikel is gepubliceerd in cm: 2018, afl. 5.
Auteur: prof.dr. Jaap Koelewijn
Hier leest u meer artikelen uit de rubriek Economische outlook.
Een hogere rente is inderdaad hard nodig om grote schuldenaars er van te doordringen dat schulden maken niet de oplossing van de problemen is. Maar doe dit geleidelijk om ongewenste schokken te voorkomen. Dat Draghi ons van veel rampspoed heeft weten te behouden waag ik te betwijfelen. Hij heeft de problemen voor zich uit geschoven, onder meer in zijn eigen land Italie. Liever de aan krediet veslaafde patient nog een shot goedkoop krediet toedienen in plaats van de structurele problemen oplossen……