Een professional uit ons cm: nieuwspanel blikt terug op het belangrijkste nieuws. Ditmaal Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA)-bestuurslid ledengroep accountants in business Coen Reinders RA over delen om te kunnen vermenigvuldigen.
In onze tijd vinden we het heel normaal om data (ruwe en bewerkte), informatie, afbeeldingen, gegevens et cetera met elkaar te delen. Het achterliggende idee hierbij is dat we door samenwerking veel meer en veel sneller iets bereiken dan als we het voor ons zelf zouden houden.
Op deze wijze kunnen tegenwoordig bedrijven zeer snel groeien en binnen een korte tijd een bereik op wereldschaal bereiken. Mooie voorbeelden van delen zijn Linux software en smartphone-leveranciers die anderen de mogelijkheid geven om op hun platform apps te ontwikkelen.
In de jaren ’80/’90 van de vorige eeuw heeft Porter het concurrentie-denken geïntroduceerd. Aanvankelijk op bedrijfs- en bedrijfstakniveau, later op clusterniveau. Een cluster was daarbij nog steeds gekoppeld aan een bepaalde stad, regio of een land.
Bij een cluster leveren diverse partijen zoals bedrijven, universiteiten, onderzoeksinstituten et cetera hun bijdrage die niet elkaars concurrent zijn, maar wel goed samenwerken en daardoor het cluster versterken. In deze tijd gaan we nog weer verder, waarbij we het over een platform hebben waarbij alle geïnteresseerden hun bijdrage kunnen leveren die niet gekoppeld is aan een bepaalde stad, regio of een land. Op deze wijze is er waardecreatie voor alle partijen die dan weer verdere groei geeft.
Bovenstaande vinden wij allemaal heel logisch, maar dat was het zo’n twintig jaar geleden helemaal niet. Destijds werd nog sterk vanuit de eigen sterkte gedacht en was het heel belangrijk om de data, informatie, gegevens en afbeeldingen die je had goed te bewaren, en te zorgen dat anderen daar niet zomaar gebruik van konden maken.
De roem die ze verdienden
Dit komt mede doordat de mens zich moeilijk exponentiële groei kan voorstellen (Wet van Amara). Als mens denken we onbewust veelal liniair, elk jaar er een paar procent bij. Ik geef daarom twee voorbeelden. Ik kwam hier op doordat twee mannen in een paar dagen na elkaar midden oktober 2018 zijn overleden, die in een gehele andere branche werkzaam waren, beide visionair waren, maar niet konden delen. Daardoor krijgen ze wellicht toch niet de roem die ze verdiend hebben.
Het eerste voorbeeld betreft Willem Okkerse die de OK-Score heeft ontwikkeld tijdens een promotieonderzoek. Door 25 velden uit vijf gepubliceerde jaarrekeningen in te vullen, krijg je een indicatie van de financiële kracht van een bedrijf. Daarnaast geeft de OK-Score ook een vingerwijzing naar mogelijke fraude.
Dit laatste is nog steeds een actueel onderwerp (zie mijn vorige column) waarvoor goede tooling nog onvoldoende beschikbaar is. Briljant denk je dan, de OK-Score is iets dat beleggers en bestuurders echt nodig hebben om een bedrijf financieel door te lichten en daarna bij te sturen. De OK-score als methode is bekend, maar helaas te weinig gebruikt. Kennis is opgedaan tijdens een promotieonderzoek, maar van een promotie is het nooit gekomen omdat Okkerse weigerde het algoritme van het model te publiceren.
Op grootse wijze in de geschiedenisboeken
Hoe was het verlopen als Okkerse wel het algoritme had gepubliceerd. Natuurlijk hadden vele adviseurs dan op goedkope wijze van deze kennis gebruik kunnen maken. Echter, Okkerse was dan op grootse wijze de geschiedenisboeken in gegaan en had nog steeds een goede boterham kunnen verdienen met weliswaar een kleiner aandeel, maar in een veel grotere en snel groeiende markt.
Het tweede voorbeeld betreft Jan Poot. Hij had de visie om van Schiphol de nummer één luchthaven te maken. Niet zomaar een luchthaven om naar toe te vliegen of over te stappen, maar een airport city met hotels, congresfaciliteiten, een winkelcentrum, kantoren, appartementen en een golfbaan.
Om dit te realiseren heeft hij Chipshol opgericht en vanaf de jaren ’80 begon hij grond op te kopen. Als je vandaag op Schiphol rondloopt, dan kun je zien wat Jan Poot in gedachten had, echter wel door andere partijen op een andere locatie gerealiseerd. De vele rechtszaken die hij heeft gevoerd tegen Schiphol en partijen zoals de provincie Noord-Holland, maken wel duidelijk dat Jan Poot niet kon delen met anderen.
Samen de koek groter maken
Beide voorbeelden geven voor mij aan dat een briljant idee, drive en visie nog niet voldoende zijn om iets te realiseren en de geschiedenisboeken in te gaan. Het gaat ook om samenwerken, gezamenlijk de koek groter maken, snel groeien, globaal denken, je eigen kracht kennen en weten waarin anderen kunnen bijdragen.
Coen Reinders, NBA-bestuurslid ledengroep accountants in business en cfo bij Tri Finance
Geef een reactie