
De Europese Commissie, de Europese Raad en het Europees Parlement hebben op 24 januari 2019 een principeakkoord bereikt over de EU Richtlijn werk-privébalans. Daarin staat onder meer dat de arbeidsparticipatie van vrouwen zal worden gestimuleerd en dat een gedeelte van het ouderschapsverlof moet worden betaald. Nederland stemde eerder tegen deze richtlijn, maar een meerderheid steunde het onderhandelingsresultaat. Daarom zal de richtlijn toch door de Raad van ministers worden bekrachtigd.
Minister Koolmees van Sociale Zaken informeerde eerder deze maand de Tweede Kamer over het recent bereikte principeakkoord over de EU Richtlijn werk-privébalans. In zijn brief lichtte hij ook de vervolgstappen betrekking tot verlofregelingen toe.
Reactie Koolmees op Richtlijn werk-privé balans
In zijn brief aan de kamer schrijft Koolmees: ‘Nederland ondersteunt het doel van de richtlijn, het stimuleren van arbeidsparticipatie van vrouwen en een meer evenwichtige verdeling van arbeid en zorgtaken, maar is van mening dat het vormgeven van verlofregelingen een nationale competentie is. Met de WIEG zet Nederland belangrijke stappen in het bevorderen van een goede verdeling van werk en zorgtaken. Het kabinet is dan ook van mening dat voorschriften op Europees niveau op dit terrein overbodig zijn en onnodig ingrijpen in het nationale sociale stelsel.’
Inpassen Richtlijn werk-privé balans
Nu de richtlijn desondanks een feit is, bekijkt de minister hoe deze in het Nederlandse verlofstelsel ingepast kan worden. Nederland voldoet aan een groot deel van de bepalingen van de toekomstige richtlijn. Wel betekent de richtlijn dat een gedeelte van ouderschapsverlof betaald moet worden. In de loop van dit voorjaar volgt een brief van Koolmees over het implementatieproces van de richtlijn.
Geef een reactie