
Prinsjesdag is naast de troonrede ook traditiegetrouw het moment voor de regering om haar fiscale plannen voor het volgende kalenderjaar te presenteren. In het Belastingplan 2020 staan ook enkele fiscale maatregelen die hun oorsprong vinden in het Klimaatakkoord. Deze maatregelen zijn tevens vervat in het wetsvoorstel Wet fiscale maatregelen Klimaatakkoord. In deze bijdrage zetten wij kort uiteen wat deze veranderingen zijn.
Lees ook: Pakket fiscale voorstellen 2020
Om te beginnen de energiebelasting en de opslag duurzame energie. De energiebelasting op aardgas in de eerste schijf stijgt in 2020 met 4 cent per kubieke meter, in de daaropvolgende jaren blijft de energiebelasting op aardgas stijgen met 1 cent per jaar per kubieke meter.
Daarnaast stijgt de opslag duurzame energie substantieel. De gezamenlijke hoeveelheid belasting verschuldigd over aardgas bij een verbruik van meer dan 10 miljoen kubieke meter stijgt in 2020 met maar liefst 114 procent. Voor de andere belastingschijven is de tariefstijging minder groot.
Deze tariefstijgingen, die vooral straffend werken, passen bij de ambities van de regering om de CO2-uitstoot te verlagen. De vraag is echter of consument en ondernemer hierdoor ook worden verleid om deel te nemen aan de energietransitie, zoals minister Wiebes graag wil. Door de tariefswijzigingen is het van belang de juiste hoeveelheid aansluitingen vast te stellen, opdat het degressieve stelsel van de energiebelasting en opslag duurzame energie niet te vaak doorlopen worden.
Afvalstoffenbelasting
Vanaf 1 januari 2020 is er tevens afvalstoffenbelasting verschuldigd over afval afkomstig uit het buitenland dat verbrand wordt in Nederland. Afval afkomstig van Nederlandse bodem werd reeds belast. Deze maatregel vindt niet zijn oorsprong in het Klimaatakkoord, maar komt voort uit de opgave van de overheid tot het verminderen van de CO2-uitstoot met 25 procent in 2020, in het kader van de Urgenda-uitspraak.
Naar verwachting worden afvalverwerkingsinstallaties hard getroffen door deze maatregel, doordat het niet altijd mogelijk zal zijn de belasting af te wentelen op de buitenlandse leverancier. Dit doordat bijvoorbeeld contracten met buitenlandse leveranciers van afval veelal meerdere kalenderjaren bestrijken en prijsafspraken niet zomaar aangepast kunnen worden en de wetgever niet echt in een doorbelastingsmogelijkheid heeft voorzien. Voor afval afkomstig uit Nederland geldt dat deze belasting, afhankelijk van de inhoud van overeenkomsten, wel afgewenteld kan worden op de leverancier van het afval.
Voornoemde maatregel is een zware tegenslag voor de afvalverwerkingsindustrie. Daarbij komt dat de Nederlandse afvalverwerkingsinstallaties bij de meest efficiënte ter wereld horen. Naar verwachting neemt de import van afval als gevolg van voornoemde maatregel af. Dit zal de uitstoot in Nederland wellicht doen verminderen, maar in het buitenland harder doen stijgen, omdat het afval daar op minder efficiënte wijze verwerkt wordt.
Al met al lijkt dus niemand echt geholpen te zijn met het betrekken van buitenlands afval in de afvalstoffenbelasting.
Motorrijtuigenbelasting voor bestelwagens
Voor bestelauto’s die rijden op benzine of diesel wordt de korting op de Motorrijtuigenbelasting geleidelijk afgebouwd. Gemiddeld zal de mrb met circa 24 euro per jaar per bestelauto stijgen. Voor elektrische bestelauto’s blijft een vrijstelling van MRB gelden tot en met 2025.
Fiscale voordelen elektrische auto’s
Tot 2025 blijven elektrische auto’s vrijgesteld van mrb en bpm. Wel stijgt de bijtelling voor de elektrische auto op de zaak stapsgewijs.
Dit artikel is eerder verschenen in F&A Actueel 2019, afl. 10.
Auteurs: mr. B.S. Kats en T. Kampman BSc