
De kogel is door de kerk: de nieuwe WW-premies onder de WAB zijn definitief. Voor werknemers met een vaste arbeidsovereenkomst niet zijnde een oproep-overeenkomst is de premie 2,94 procent. Voor mensen met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd en oproepkrachten is wettelijk bepaald dat deze altijd 5 procent hoger ligt dan de lage premie. Daarmee is de hoge WW-premie dus 7,94 procent. Met deze hoge en lage premies komt de sectorpremie te vervallen.
Naast de WW-premie werden ook de andere premies en percentages vastgesteld, waaronder die voor de AOW, Anw, het AWf, Ufo en Aof. Ook werd het maximumpremieloon vastgesteld en werd de loongrens voor indeling in de sector grootwinkelbedrijf geïndexeerd.
Lees ook: WAB-quiz: De controller lijkt goed voorbereid op de WAB
Huidige situatie
Tot 1 januari 2020 betalen werkgevers de eerste 6 maanden een premiedifferentiatie en een WW-premie per sector. Na dat eerste half jaar komt een eventuele WW-uitkering uit het algemeen werkloosheidsfonds (Awf). Daarom betaalt de werkgever dan een WW-Awf-premie. Als een sector relatief veel WW’ers heeft, geldt voor die sector een hogere sectorpremie. Het kabinet was ontevreden over de werking van de sectorpremies. De indeling van de sectoren was onvoldoende met zijn tijd meegegaan en veel bedrijven vallen niet langer binnen één sector. Bovendien blijkt dat werknemers vaak niet langer binnen één sector werken. Omdat de sector de WW-lasten gezamenlijk opbrengt, is er ook geen prikkel voor de individuele werkgevers om de hoeveelheid WW’ers te beperken.
De WAB: premie naar type contract
Om al deze problemen met de sector-premie op te lossen én individuele werknemers te motiveren vaste contracten aan te bieden, geldt met de komst van de WAB alleen nog een laag en een hoog tarief. Het hoge tarief ligt 5 procent hoger dan het lage tarief. Het hoge tarief geldt voor iedereen die geen vast contract heeft (zoals flex-contracten, tijdelijke contracten en 0-urencontracten) en het lage tarief voor mensen met een vast contract. De premiedifferentiatie vindt dus per werknemer plaats en niet langer per sector. De oude sectorpremie en de algemene Awf-premie komen te vervallen. Om de financiële gevolgen voor de werkgever bij ontslag van een medewerker in vaste dienst te beperken, zijn andere maatregelen getroffen in de WAB.
Lees ook: De WAB-checklist
Wat is een ‘vast contract’
Om duidelijk te maken wat een vast contract is, heeft de wetgever een duidelijke omschrijving gemaakt: ‘schriftelijke arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd die de omvang van de te verrichten arbeid eenduidig vastleggen’. Dat maakt smokkelen met de definitie van een vast contract erg moeilijk. De werkgever zou bijvoorbeeld een vast 0-urencontract kunnen aanbieden. Maar daarmee is de ‘omvang van de te verrichten arbeid’ dus niet vastgelegd. De hoge premie kan ook met terugwerkende kracht worden geheven, zodat beëindiging van een vast contract binnen de proeftijd ook geen lagere premie oplevert.
In zo’n geval wordt de premie herzien. Werkgevers betalen dan met terugwerkende kracht alsnog de hoge premie. Zo wordt fraude en oneigenlijk gebruik van de lage premies tegengaan. Dat komt vooral voor in situaties waarbij werkgevers het vaste contract op een flexibele manier inzetten, bijvoorbeeld door een werknemer snel te ontslaan of te variëren met arbeidsuren vanwege seizoenswerk.
Premiepercentages werknemers- en volksverzekeringen op een rij
Premie voor |
Percentage / bedrag |
AOW 2020 (premie Algemene Ouderdomsverzekering) | 17,90 procent |
Anw (premie nabestaandenverzekering) | 0,10 procent |
AWf (premie Algemeen werkloosheidsfonds) | Laag: 2,94 procent Hoog: 7,94 procent |
Ufo (premie Uitvoeringsfonds voor de overheid) | 0,68 procent |
Aof (basispremie arbeidsongeschiktheidsfonds) | 6,77 procent |
Opslag tot dekking kinderopvangtoeslag | 0,5 procent |
Maximum premieloon | 57,232,00 euro |
Minimumloonsomgrens Whk, sector grootwinkelbedrijf (indexering contractlonen) | 6.436.514,00 euro let op: dit artikel werkt terug tot en met 1 januari 2019! |
Bron: Staatscourant